Na deze onuitputtelijke lijst (wat is de natuur toch geweldig veel zijdig, op zo'n klein stukje grond uit ze zich alleen al in de hogere planten op maar liefst 153 verschillende manieren!!) nog iets over de waarde van dit gebied voor het geval dat uit het bovenstaande al niet blijkt: Deze waarde wordt vooral bepaald door het landschappelijk karakter van de dijk met de mooie Meidoorn-Vlier-Braam vegatatie op de kruin en langs de oude stenen glooiing. In deze dichte struwelen is volop broedgelegen- heid voor onze kleine zangertjes en van de dichtgegroeide sloot en slootkanten wordt door de vogels eveneens volop gebruik ge maakt om er hun jongen groot te brengen. Hier en daar overheer sen dichte Schietwilg-struwelen waarin o.a. Zwartkop en de Bos- rietzanger broeden. De rietvegetatie in de sloot wordt ondermeer door de Kleine Karekiet gebruikt, terwijl over de dijk vaak de Velduil komt gevlogen (in de winter zelfs tot 8 exemplaren ge teld!!). Het landschap wordt des te bekoorlijker door langs de dijk liggende onverharde wag waarop typische tredplanten voor komen. Al met al een te behouden en te beschermen gebied! Beschermen met name tegen het parkeren van "vissers"-auto1sHet kan mugge- zifterij lijken maar het zal de Wilde bertram, de Moerasspirea of de (beschermde) Aardaker beslist geen deugd doen, een paar radi- aalbanden op de bloemen geparkeerd te krijgen. Nu we het toch over de vissers langs dit deel van de Braakmankreek hebben: Het, waarschijnlijk door onwetendheid, plattrappen van de oever vegetatie langs de kreek, waaronder wij tot onze vreugde o.a. Parnassia, Kleine- en Grote ratelaar en verschillende Orchi deeën-soorten aantroffen, is zeker geen verheugend maar wel vaststaand feit!! Bovendien is het vinden van een kronkelende, bloedende paling met een afschuwelijke roestende haak door zijn bek en neusgaten getrokken geen zeer prettige maar wel langs dit viswater te verwachten ervaring. Vooral het hieronder te beschrijven gebied zou moeten kunnen worden gevrijwaard van te veel betreding. "LANDTONG" IN DE BRAAKMANKREEK (NOG ONBEMEST GRASLAND), (D) Zeer snelle overgangen van brak naar zoet karakteriseren dit drassige gebied. Langs de oever en op de lagere natte delen overheerst de Zilte (Ronde-)rus, terwijl de iets hogere delen worden gekarakteriseerd door grote bestanden van Slanke water bies, Kleine ratelaar, Grote ratelaar en verder meer gegroe peerd verschillende orchideeënsoorten, met daarnaast Echt- en Praai duizendguldenkruid 112

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1980 | | pagina 18