er op gewezen worden dat betreding door vnlvissers voor deze tere vegetatie funest kan zijn. In 1974 was van dit terrein nog niets bekend (zie literatuurop gave), en ook in 1977 werden van hier nog geen orcideeën gemeld (vlg. B.Grootjans)In 1978 zijn de eerste orchideeën waargenomen, maar nog gering in aantal (HCastelijns Even ten zuiden van het hierboven beschreven gebied komt nog een merkwaardig, door vrij zoutminnende planten gekarakteriseerd ter rein (e) voor. Het is waarschijnlijk ook natuurlijk ontstaan en toont ook weer een fraaie overgang naar een zout-mijdende vege tatie en wel in de richting van de dijk). Waargenomen soorten zijn o.a.: Blaartrekkende boterbloem Gerande schijnspurrpe Zilverschoon Gewone rolklaver Wolfspoot Watermunt Hertshoornweegbree Zeeweegbree Late ogentroost Echte valeriaan Koninginnekruid Schorre zoutgras Melkkruid Zeerus Zilte(Ronde-)rus Zeebies Ruwe bies Valse voszegge Riet Gewoon kweldergras Rietorchis Gevlekte rietorchis Gelukkig wordt dit gedeelte weinig betreden waardoor zich een natuurlijke vegetatie heeft kunnen ontwikkelen. BESLUIT: Ondanks de teleurstellingen over de vele bedreigende faktoren voor dit gebied, zoals bemesting, bespuiting, betreding en de uitbaggering van de Braakmankreek, kunnen we met genoegen terug zien op de vele uurtjes die we in dit zeer waardevolle EN ZEKER VEEL MEER BESCHERMING VERDIENENDE gebied hebben doorge bracht. Met dank aan de enthousiaste medewerkers aan deze inven tarisatie Marion Ysebaert en Maurice Hoffmann. CONCRETE BEHEERSVOORSTELLEN: In bovenstaand verslag is sprake van verschillende bedreigingen van het "Oostdijk-gebied"Om tot een redelijke bescherming te ko men zouden zeker de volgende zaken moeten worden gerealiseerd: 114

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1980 | | pagina 20