sterk denken aan de baltsvlucht van de groenling. De Europese kanarie zingt ook tijdens deze vlucht en lijkt hierbij door de opwaarts geheven, gespreide vleugels groter dan in normale vlucht. Ook op de avond van dezelfde dag om 20.40 uur vloog het 3 nog een keer baltsend boven onze tuin. In dezelfde periode zat ik 's avonds vaak in de schuilhut ach ter in de tuin om te trachten een plaatje van de zwartkop te maken. Tot mijn vreugde kwam op 12 mei te half acht 's avonds de Europese kanarie (d) zijn dorst lessen bij het vogelbadje en had ik het geluk de ontspankop tweemaal te kunnen indrukken. Wat het meest opvalt op de foto's is de vorm van het snaveltje: een klein, erg stomp kegelsnaveltje. Na terugkeer van de vakantie vernam ik van Huub Bun dat de Eu ropese kanarie had gebroed bij de fam. Bertram in de Tabakstraat te Hulst. Het nest zat in een conifeer op - 3 meter hoogte. De jongen werden gevoerd met rijpende zaadjes van coniferen. Na 17 juni werd de Europese kanarie niet meer gezien. Op het moment dat ik dit verhaaltje zat te tikken was de fam. Bertram kennelijk met vakantie zodat ik verdere details over het broeden helaas niet kan geven. Zoals uit bijgaand kaartje blijkt is de Europese kanarie zeer zeldzaam in onze streek en elders in Nederland evenmin talrijk. (Kaartje ontleend aan de Atlas van de Nederlandse broedvogels De soort schijnt zich echter naar het Noorden en Westen uit te breiden. Zo vonden we in het Belgische vogeltijdschrift Beenbreek een aantal waarnemingen uit de streek van de Belgische kust (Knokke-Heist) die betrekking hebben op de periode september '78- september '1979 waarbij zowel jonge als volwassen vogels werden waargenomen. Misschien mogen we ons in de komende jaren door een toename van dit leuke vogeltje wat vertrouwder gaan voelen met deze soort. Laten wij het hopen! - Met dank aan A.de Kind en H. Bun voor het beschikbaar stellen van hun gegevens en waarnemingen. - Hulst 5 augustus 1980. E.O.M.Neve. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIN WIJ ZIJN ER VAN OVERTUIGD, SCHREEF ECKHART KUYKEN, DAT ER weinig onderzoekingen zijn waarbij amateur-ornithologen zo 'n belangrijke en zinvolle bijdrage kunnen leveren voor 't wetenschappelijk gefundeerd natuurbehoud dan bij de perio dieke waterwildtellingen. Ook voor komend najaar en winter - vanaf 14 september - zijn er weer tellingen van vnl. ganzen en/of eenden en enkele an dere soorten, voorzien. Wie aan dit IWKB-project wil meewer ken - het is noch erg moeilijk noch zeer tijdrovend en ook verspreide gegevens zijn welkom - kan telformulieren aan vragen bi j E. KUYKEN, IWRB, K.L.LEDEGANCKSTRAAT 35, 9000 - GENT. 1 50

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1980 | | pagina 24