Daar komt nog bij dat het gebied nu veel gemakkelijker bereikbaar is. Van het onverharde weggetje werd nauwelijks gebruik gemaakt, men reed net zo lief een klein eindje rond. Nu zal men vlugger geneigd zijn om door het gebied te rijden, wat meer verstoring be tekent Volledigheidshalve moet nog gezegd worden dat dit weggetje staat aangewezen als kwartaire weg. Dit houdt voor het Waterschap de Verenigde Braakmanpolders de verplichting in om het te verhar den! Ik kan me moeilijk argumenten indenken die verharding nood zakelijk maken, want zoals gezegd is er een alternatieve route die slechts weinig om is. Bovendien zullen maar betrekkelijk weinig mensen gebruik maken van dit weggetje, want er is gewoon weinig verkeer. Concluderend moet helaas gesteld worden, dat aanwijzing als natuurgebied geen volledige bescherming voor een gebied be tekent. Dat dit kan leiden tot ernstige aantastingen is bij Mauritsfort gebleken. Want dat onverharde weggetje vormde een essentieel onderdeel ervan. ZELFS IN NATUURGEBIEDEN BLIJKT DE NATUUR NOG NIET v Ygp VEILIG TE ZIJN! '"S>. Peter Maas, Beetho- venstraat 1 3 SPREEUWEN ETENDE KERKUIL. In een open schuur te Koewacht waar regelmatig een Kerkuil ver blijft vond ik op 17 november 1979 4 afgerukte spreeuwekóppen 4 linker- en 6 rechtervleugels van spreeuwen. Eerst dacht ik dat dit het werk was geweest van de boerderijkat- ten die daar rijkelijk aanwezig zijn, maar bij inspektie van de balken bleken ook daar duidelijk resten van spreeuwen (o.a. kleinere veren) te liggen. Diezelfde avond had ik trouwens nog het geluk de Kerkuil zelf op één van de balken van die schuur te zien zitten. Het is volgens mij duidelijk dat deze kerkuil profiteert van de vlakbij, in het Pereboomsgatgelegen spreeuwenslaapplaats (max. 50.000 spreeuwen in november). Op 27 december 1979 toen de meeste spreeuwen alweer doorgetrok ken waren vond ik nog 2 spreeuwekoppen op de kap van een trak- tor die daar pas een week stond. De afgerukte koppen lagen op 1 5 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1980 | | pagina 31