ning (doorsnede objektief). Een maat voor de lichtsterkte is het getal dat verkregen wordt door de lensopening te delen door de vergroting. Bij een kijker die 7 maal vergroot en een objektief heeft van 50 mm is dit dus 50/7 71 - Hoe groter dit getal, des te meer details kunnen we bij schemer of slecht licht zien. Bij een 7x50 kijker ligt dit getal hoger dan bij een 8x40 kijker. Deze laatste heeft echter weer het voordeel dat die wat kleiner en lichter is. Het is dus niet zo dat er een kijker is die de beste is. U zult zelf de verschillende factoren moeten afwegen- Denk er daarbij ook aan, dat, hoe sterker de vergroting, hoe moeilijker het wordt om de kijker stil te houden. Bij een vergroting van 10 of meer heb je al snel behoefte aan ondersteuning, en die is lang niet altijd in het veld aanwezig. De prijzen van de gewone kijkers liggen tussen de 100 en 400 gul den. Er zijn er ook die meer dan 1000 gulden kosten. Dat zijn de kwaliteitsmerken. Die hebben vaak een zeer goede lichtsterkte, en de kleuren zijn zeer goed zichtbaar. Of dit echter een reden is om zo'n dure kijker aan te schaffen moet ieder maar voor zich uitmaken. De meest gangbare types zijn de 7x50 en de 8x40 kijker. Koop bij voorkeur een kijker waarbij de objektieven en de rest van de kijker uit een geheel bestaat. De kans is dan niet zo groot dat bij stoten de objektieven scheef gaan staan. Tenslotte nog enige tips om te kontrole- ren of de kijker die u wilt kopen wel he lemaal in orde is. 1. Draai de oculairen (ooglenzen) met de centrale instelring in de hoogste stand. Door met de vingers op de oculairranden te drukken kan men de brug laten "schom melen". Dat is niet zo erg, maar de brug moet wel in de oorspronkelijke stand te rugveren. 2. Ga met de kijker naar buiten, zoek op enkele tientallen meters een duidelijk voorwerp en stel de kijker scherp. Geef uw ogen daarna even rust. Bedek één der objektieven met een briefkaart o.i.d. Kijk naar het voorwerp en haal de brief kaart weg. Als er even 2 beelden te zien zijn, is de kijker "scheel". Niet kopen! 3 o Kijk door de kijker naar de randen van voorwerpen (dakranT den). Als er langs die randen gekleurde lijntjes lopen, die. er in werkelijkheid niet zijn, zijn de lenzen niet goed geslepen (kleurschifting) 4. Kijk ook of een voorwerp overal in het beeld scherp is af gesteld. Vooral langs de randen is het wel eens onscherp. De juiste manier van instelling is al volgt: sluit het rech teroog en richt de kijker op een voorwerp op enkele tiental len meters afstand. Draai de centrale instelring totdat door het linkeroog het voorwerp scherp wordt waargenomen. Open 1 3 3

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1980 | | pagina 7