en moeraseen- In de literatuur worden vrijwel geen speci fieke soorten voor het Vlaams district opgegeven. Ook in de Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora staan vrijwel geen soorten die ip. het Vlaams district veel méér voorko men dan in de andere districten. Ten opzichte van het Kempens district wordt het Vlaams district vooral gekenmerkt door de aanwezigheid van een aantal elementen van rijkere grond. Tot slot van dit artikeltje wil ik nog enkele opmerkingen maken over de verschillen in districtenindeling tussen de Belgische en Nederlandse flora, 1_. Bat de Belgen geen Duindistrict onderscheiden is op zch niet zo verwonderlijk- Tenslotte hebben zij in hun land niet zo veel duinen (meer). Bij ons in Nederland zijn de duinen veel uitgestrekter, Deze herbergen een dusdanig eigen flora, dat weinigen zullen bestrijden, dat dit smalle gebied als een a- part plantengeografisch district opgevat kan worden. Het lijstje van tabel I kan gemakkelijk met een tiental soorten worden uitgebreid. Hoewel deze veel meer een fragmentair ka rakter hebben lijken de duingebieden van België en Noord-Frank rijk mij voldoende aan de onze verwant om deze tot het duin district te rekenen. 2_. Op het Nederlandse kaartje loopt het Fluviatiel district wel langs de Belgische Schelde, maar in West-Zeeuws-Vlaanderen houdt het Fluviatiel district aan de grens op. Het Belgische zeekleigebied (de polders) dat zich uitstrekt van Damme tot in Noordwest-Frankrijk wordt gescheiden van het verwante Neder= landse gebied en samengenomen met het hoger gelegen Vlaamse zandgebied. Mijns inziens zijn er voldoende argumenten om de Vlaamse polders, samen met het aangrenzende Nederlandse zee kleigebied tot één plantengeografisch district te rekenen. Zij hebben vele plantensoorten gemeen: o.a, de in Tabel I ge noemde. Bij het doorbladeren van de Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora (Van Rompaey Delvosalle1979vallen de overeenkomsten van de verspreidingspatronen steeds weer op. Fen dergelijke opvatting wordt ook gehuldigd door de auteurs van de Belgische Flora. Op hun kaartje wordt vrijwel geheel Zeeland tot het, ook in westelijk Vlaanderen voorkomende, Ma- ritiemdistrict gerekend. Dit district houdt on de Zuidholland se eilanden, op te bestaan en meer oostelijk begint dan het Fluviatiel district. Mijns inziens valt er veel te zeggen voor deze afsplitsing van het zeekleigebied van Zuidwest-Nederland van het Fluviatiel district en de daaropvolgende samenvoeging met de Belgische polders tot een Maritiem district. Het doet recht aan de grote floralistische verschillen tussen Zuidwest- Nederland en aangrenzende gebieden en oostelijk rivierengebied. Ieder botanisch onderlegde Zeeuw die wel eens langs de Ijssel of in de buurt van de Hijnstrangen bij Lobith heeft rondgeke ken zal dit kunnen beamen. Een vraag blijft evenwel of men de ze verschillen de status van district of onderdistrict moet ge ven, maar daarmee kom ik op het laatste punt. 170

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1980 | | pagina 12