(plm 50 ha) gespaard. In de jaren zeventig echter wordt steeds meer weiland gescheurd. Zo moesten in 1973 en 1974 de meeste weilanden ten noorden van de Karnemelkweg (plm 25 ha) er aan ge loven. Dit proces gaat nog steeds verder getuige ons voorbeeld van december 1980. Lang zal dit niet meer door kunnen gaan. Als deze tendens zich voortzet in het huidige tempo zal, m.u.v. het reservaat, binnen een paar jaar alle weiland uit de Putting zijn verdwenen. Het reservaat ligt dan volkomen inge sloten tussen bouwland zonder enig randgebied dat als buffer of uitwijkmogelijkheid kan dienen. Voor overwinterende ganzen zal dat wellicht weinige nadelige gevolgen hebben. Er komen eerder rijke voedselgebieden in de buurt bij. M.b.t. het overige wa terwild en de broedvogelpopulatie kunnen we helaas niets posi tiefs naar voren brengen. M.A.Buise, Julianalaan 11, 4561 JA Hulst. -L t -r 1 Weiland Saswijk Stoppeldijkpolder. Helaas kunnen we maar zelden in deze rubriek "verlies en winst" een winstpuntje melden. Ook het nu volgende relaas is weer een verlies Tot voor kort lag er ten westen van Luntershoek een fraaie boerde rij met een zeer grote veedrinkput, bekroond met enige zware treur wilgen. Er lag redelijk wat weiland. Er waren wat greppels, sloot jes en enige meidoornheggen. De veedrinkput leek op het eerste gezicht wel een wiel doch we hebben zijn oorsprong nog niet kun nen achterhalen. Bijzonder was dit hoekje niet maar wel visueel erg aantrekkelijk. De Kievit was er broedvogel en ip 1973 kon er zelfs een Tureluur op z'n nest worden verschalkt. Verder noteerden we er in die tijd Graspieper, Vink (1973)» Veldleeuwerik, Waterhoen, Meerkoet, Grauwe vliegenvanger, Gele kwikstaart, Groenling, Witte kwik staart. Scholekster, Rietgors, Kleine karekiet, Zanglijster, Merel, Koekoek, Heggemus, Europese tortelduif, Kneu, Ringmus, Braamslui- per (1973)» Spotvogel, Bergeend, Boompieper (1975), Winterkoning, Heggemus en Grasmus (tot 1975) als broedvogel. Tijdens de trek kon men er gegarandeerd vinkachtige mezen, Tapuiten of Paapjes aantreffen, 's Winters had men er steevast Koperwiek, Ekster, Wulp en Kramsvogel. Zo nu en dan was een Torenvalk te gast. Verder zijn er incidentele waarnemingen van Buizerd, Grote bonte specht, Zwaluwen, Grote lijster, Goudplevier en Wilde eend. Sinds 1975 is er in een snel tempo een hoop veranderd. Een mooie meidoornheg met aangenzend weiland viel het eerst ten slachtoffer aan de landschapsontluistering. Toen ik er eind november 1980 na een paar jaar afwezigheid voorbijkwam kende ik het hoekje nauwe lijks terug. De prachtige boerenschuur en het wagenhuis walen na een brand met de grond gelijk gemaakt. De bomen langs de weg wa- 5 0

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1981 | | pagina 20