Ook Henk Castelijns reageerde: - In Terneuzen heb ik dit jaar voor het eerst invlieggaten ge zien en wel in de Narcisstraat, mogelijk zes tot zeven paar, en tegenover Boekhandel van Aken in het centrum; aantal paren on bekend. De waarnemingen van grote aantallen in het broedseizoen in Oost Zeeuws-Vlaanderen zouden wel eens betrekking kunnen heb gen op fouragerende vogels die in de grotere steden van België broeden b.v. Gent, Brugge en Zelzate. Ik beschik over interessante literatuur over deze vogels en daarin staat dat de voedsel-vluchten over grote afstand kunnen gaan. Ik zal er wel eens een verhaaltje voor De Steltkluut over maken en meteen vragen of er leden zijn die over aanvullende ge gevens beschikken. Uit eigen ervaring weet ik dat je per toeval tegen de nestelplaatsen moet lopen. Tot slot: In Philippine broeden ze dit jaar ook, dagelijks zie ik 4-5 ex formatievliegen De broedplaats is nog onbekend.- G.Sponselee, Saxhavenstraat 5> 4561 HB Hulst. DE AALSCHOLVER ROND SAEFTINGE, EN OP DE WESTERSCHELDE In 1974 kreeg ik deze vogels voor het eerst in het vizier: ze zaten meestal op het lichtbaken van het Konijne- schor. Kalkstrepen (uitwerpselen) wezen duidelijk op hun aanwezigheid. Vanuit het schor zag men deze vo- gels weinig, maar dankzij het feit dat ik op de Westerschelde werk, kreeg ik de kans ze van op het water te volgen. Op-vallend is dat deze vogels al- tijd bij opkomend water vissen en dan tussen de on- derlopende zand- en slikplaten. Enkele malen heb ik V hun prooi kunnen waarnemen: het is zowel bot als paling. De eerste veroberen ze niet zo gemakkelijk; alvorens ze door te slikken worden ze regelmatig opgegooid en gekraakt. Paling wil er beter in: kop en hals gestrekt en hij glijdt als het ware naar binnen. In 1975 ontdekte ik de vogel op Zandvliet en wel op de Noord BallastplaatDaar staan de borden bij de gas-en waterleidin gen van Ossendrecht naar HedwigpolderOp die borden vonden de vogels een geschikte rustplaats en van toen af zag ik ze dage lijks zitten met de opengespreide vleugels zich drogend in de zon. In 1976 waren ze ook voortdurend aanwezig. Rond Nieuwjaar vonden we bij Bath een uitgeputte vogel, waaruit mede blijkt dat ze het hele jaar aanwezig zijn» Hun aantal kan oplopen tot 15 a 20 vogels. Ook heb ik daar gezien dat ze vissen vanaf de dammen die in de Schelde liggen en op de verhoogde stenen heb ben ze dan een uitstekende plek om zich te laten drogen» De vrij grote aantallen waarin deze soort hier voorkomt, zou wel eens te verklaren kunnen zijn doordat bij Zandvliet zout en zoet water met elkaar in contact komen en door het feit dat er zeker heel wat zuurstofarm - of - loos - water bij is wat de vissen naar bo ven doet komen. 64

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1981 | | pagina 34