In 1978 nog steeds dezelfde aantallen vogels
te Zandvliet. Ook in Saeftinghe worden ze nu
meer opgemerkt. In de Ijskelder heb ik zelf
drie keer een groepje gezien van resp. 2,3 en
4 vogels. De groepen bestaan zowel uit volwas
sen als uit onvolwassen dieren; de laatste
zijn te herkennen aan de lichte borst. Waar deze vogels broeden
is mij onbekend, misschien vinden we aan een dode vogel nog wei
eens ring, zodat we een aanwijzing hebben.
In 1979 en 1980 bleef het aantal vogels gelijk. Het punt met de
grootste aantrekkingskracht blijft nog steeds de Zandvl ietslui s
Kennelijk een goed viswater maar met zeer weinig gelegenheid tot
broeden in de omgeving. Een andere goede visstek, althans te
oordelen aan de voortdurende aanwezigheid van Blauwe reigers,
is de uitlaat van het koelwater van de kerncentrale van Doel.
Er moet zeer veel paling zitten, en toch heb ik de Aalscholver
daar nog nooit zien vissen.
Persoonlijk vind ik de Aalscholver een zeer facinerende soort en
ik zal zijn evolutie op de Westerschelde met aandacht blijven
volgen.
RBleyenberg, Kerkpad 15» Nieuw-Namen.
OP TONG VISSENDE MEEUWEN
Al eens eerder heb ik melding gemaakt van de enorme aantallen
meeuwen boven de drempel van Zandvliet, laat ons zeggen: juist
over de grens op Belgisch gebied.
Het komt voor dat het er een lawaai is als boven een broedkolo-
nie van de Kokmeeuw in Saeftinghe. Het is mij altijd een raadsel
geweest wat er voor de vogels te vinden was.
Misschien weet ik nu het antwoord.
Op dinsdag 18 maart 1980 was het water te 12.30 uur pas begonnen
met vloeien. Ter plekke waren duizende meeuwen waaronder Kok-
Storm- en Zilvermeeuw. Ze doken zeer dikwijls. Ook vlak bij me
werd er gevist, want het was inderdaad vis die ze vingen. Zeker
tien keer kon ik zien dat het jonge tongen betrof. En alle drie
de soorten meeuwen aasden er op. De kleine tongen deden ook nog
hun best om hun noodlot te ontlopen: ze krulden zich rond de
snavels, maar tevergeefs, ze gingen zonder verder omhaal naar
binnen. Dat het tong was, was duidelijk te zien en dat verbaasde
mij zeer. Tong is platvis en hoort, dat denk ik tenminste, op de
bodem thuis.
Bovendien vraag ik me af of deze vis trekt zoals haring?
Of is hij altijd daar aanwezig? Komt hij al trekkend aan het opper
vlak of is hij gedwongen omhoog te komen vanwege het lage zuur
stofgehalte? In ieder geval is het iets om eens bij stil te staan.
Wie kan er een antwoord geven op mijn vragen?
Ik moet er nog bij zeggen dat het gehele schouwspel ongeveer een
half uur duurde.
RoBleyenberg, Kerkpad 15» Nieuw-Namen.
65