V
a
KIJK OP DE ALPENGIERZWALUW (Apus melba)
The Alpine Swift in the spot.
Gilbert Van Avermaet
In Axel (Nederland) zagen we op 29-03-7Ö een "grote gier
zwaluw met witte onderzijde". Omdat deze datum te vroeg is
voor een "gewone" Gierzwaluw (Apus apus), bracht het grote
formaat en de witte onderzijde ons bij de Alpengierzwaluw
Apus melba)
Naar aanleiding van deze waarneming hebben we wat litera
tuur nageslagen over deze soort om tot de volgende korte
samenvatting te komen. In Nederland is z'n status dwaal
gast; in België toevallige gast. Als gevolg van het gewel
dige vliegvermogen en de ontoegankelijkheid van de broed
plaatsen, zijn de grenzen van het broedgebied zeer slecht
bekend. Het is mogelijk dat de soort bezig is de noordgrens
van z*n broedgebied tot in de Zuidduitse Alpen te verleggen.
De meest noordelijke broedplaats voor Europa is dan ook sinds
1950 (1955?) in Freiburg-Breisgau en volgens sommigen (Kö-
00 nig 1966) breidt de Alpengierzwaluw zich in Zuid-Duitsland
verder uit.
Op de broedplaatsen in Zwitserland gebeuren de eerste waar
nemingen einde maart of begin april, met een vroege datum
te Bern op 10.03-30- Voor de grote broedkolonie in Solothurn
vallen de eerste data tussen 17-03 en 11.0*+ met een gemiddel
de datum van 29*03. Dit altans voor de periode 1932-56.
Voor Frankrijk Khöne-Alpesgeldt als gemiddelde datum
Oh .Oh, me t een vroege datum in 1973 02.03 (Lebreton 1977).
De Alpengierzwaluw is oorspronkelijk een bergvogel, maar
past zich steeds beter aan aan de menselijke nederzettin
gen (Lippens Wille 1972). Slephts bij gelegenheid wordt
de vogel noordelijk van zijn broedgebied waargenomen (Ver-
heyen 1950). In Denemarken is het een toevallige gast; op
Helgoland nain men de vogel slechts 3 x waar. Opvallend is
wel Groot-Brittannië (meestal Zuid-Engelandwaar tussen
1958 en 1969 niet minder dan 62 waarnemingen werden verricht
terwijl tevens een maart datum voorligt (03-03-30)In 1917
kwam een groep van 100 vogels, die een depressie wilden
ontwijken, terecht op de Zuidoostkust van Engeland (Bur
ton 1976).
De Alpengierzwaluw is de grootste Europese vertegenwoordi
ger van de orde der Gierzwaluwen (Apodidae) met een vleu
gelspanwijdte van 50 cm en is duidelijk grot'er dan de Gier
zwaluw (apus 16,5 cm en melba 22 cm). In Zwitserland
nestelen ze reeds eeuwenlang in de middeleeuwse kerken en
werden grondig bestudeerdDe broedpopulatie schat men voor
Zwitserland op minstens 800 paar (1959-1960) met de grootste
kolonie in de Jezuietenkerk te Solothurn (i960 156 paar),
waar de kolonie reeds voor 1830 bestond.
De eerste eieren worden midden mei gevonden; 07-05 was de
vroegste en 05-06 de laatste datum te Solothurn. Arn (i960)
kontroleerde er de eileg en geeft enkele cijfers 1230
drielegsels (61.72 1922 broedsels met samen 5107 eieren
h190 geboren jongen waarvan er 305Ö uitvlogen (1932-1956).
De jongen worden in juni of begin juli geboren, zelden begin
augustus. Uitzonderlijk op 29-09-51 nog 2 nest jongen van 55
dagen oud te Solothurn. Volgens Arn ligt het vertrek van de
broedvogels er tussen lh.09en 26.10 (1932-1960). De soort
overwintert in tropisch Afrika, uitzonderlijk ook wel eens
in Noord-Afrika.
SUMMARY
As a result of an early record of an Alpine Swift in The Netherlands (29-03.78)
the author mentions some features of the breeding biology, distribution, po-
polation size and migration of this species in Switzerland, South Germany and
Southeast France. Some exceptional early records in March, in- and outside
the breeding area are enumerated.
LITERATUUR
- Arn H.; 1960; Biologische Studiën am Alpensegler; Solothurn, Verlag Vogt-
Schild
- Burton P. i P. Hayman1976; The Birdlife of Britain; London, M. Beazley
- Commissie Belgische Avifauna; 1967; Avifauna van BelgiëBrussel, K.B.I.N.
- Commissie Nederlandse Avifauna1970; Avifauna van NederlandLeiden, 3rill
- Kiinig C.; 1966; Europaische Vögel; Stuttgart, Belser Verlag
- Lebreton; 1977; Atlas ornithologique Rhóne-AlpesVilleurbanneC.O.R.-A.
- Lippens L. H. Wille; 1972; Atlas van de vogels in België en West-Europa;
Tielt, Lannoo
- Voous K.H.; 1960; Atlas van de Europese Vogels; Amsterdam, Elsevier
- Yeatman L.1976; Atlas des oiseaux nicheurs de France; Paris, S.O.F.
Met toestemming van auteur en redactie o-
vergenomen uit
Veldornith. Tijdschr.: 2 (1): 58 - 59.
Adres auteur: St.Jozefstr. 7, Oostakker.