In een poging deze boom wat te lichten werd een put in het veen gegraven. De veenlaag was er slechts 20-30cm dik en daaronder kwam een kleisoort tevoorschijn (- NAP-2.50). Waarschijnlijk is dit, gezien de ligging (fig A), "Afzetting van Calais". Deze bereikt hier juist haar oostelijke grens, en is als een wig tussen het Basisveen en het latere Hollandveen (fig C) ingeklemd. Een monster van dit veen bleek Rietveen (B3) te zijn. Toen het water ver op z'n laagst stond bleek de turf daar 60-70cm boven water uit te steken (foto 16). Het onderste veen was er licht- bruin/oramje met veel Biezen en Rietstengels. Daarboven (met een scherpe begrenzing) was donkerbruin veên waarin ook het hout te vinden was. In het oppervlak van het veen was plaatse lijk een lijnenspel (foto 17) geëtst. Vermoedelijk zijn deze lijnen ontstaan bij het vissen op mosselzaad dat hier nog tot in de be ginjaren vijftig plaatsvond. Met een ijzeren net werd toen het zaad van het veen afgeschraapt. In de vorige eeuw lagen te Saef- tinghe zelfs komplete mosselbanken die voornamelijk werden geëx ploiteerd door Antwerpse vissers. De rijkdom aan lege mossel schelpen en gruis was tamelijk groot. Op sommige plaatsen lagen turfblokken die vol zaten met kleine ronde gaten van plm 2cm doorsnede (foto 18) veroorzaakt door de Boormossel. In een aan tal van deze gaten zaten nog komplete schelpen van dit weekdier (foto 19). Het meest westelijk deel van de turfbank, iets ten oosten van de Peilschaal, had een sterk gestoord oppervlak (foto 20). Het leek alsof er een bom was ingeslagen. Grote turf blokken waren losgeslagen en lagen kriskras door elkaar. Dergelijke blokken vinden we later terug in de geulen verder land inwaarts. Vaak zijn ze dan mooi rond of ovaal afgeslepen (foto 21) door het snelstromende water. Nog later verpulveren ze geheel en vinden we bij laagwater, vooral na een paar dagen van storm, een massa kleine turfkorrels op het zand terug (foto 22). De bovenkant van de turf ten zuidoosten van deze sterk gestoorde plek was be zaaid met kleine zwarte "stekjes" (als van een harde bezem). Dit bleken mosstengels (B5) te zijn. 91

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1981 | | pagina 13