tegen duiven beschreven werden zoals: het carbidkanon, de vogel verschrikker, duivenveren, plastic kunstmestzakken met een touw bevestigd aan een lange stok, verzilverde glazen bollen, draai en wiebeldingenEen kritische kanttekening maakte het bestuur dat jaar bij de Structuurschets van de gemeente Terneuzen, die een gebied bij Ossenisse voor industrievestiging rijp wilde ma ken. De regionale pers besteedde hieraan nog al wat aandacht. Ge lukkig is dit plan nooit doorgegaan, hetgeen een winstpuntje mocht betekenen voor dit landschappelijk en vogelkundig zo belangrijke gebied. 1973: SUCCES GEPROLONGEERD In 1973 groeide het aantal leden aan tot 288, Er werden 25 excursies gehouden waarvan 5 in Saeftinghe, 8 in andere geoieden in O.Z, Vlaanderen en 12 in de observatiehut aan de Spuikom bij Terneuzen8 Die hut was inmiddels Jan Dekkerhut gedoopt, ter nagedachtenis van de mede-oprichter van het Vogeljaar de heer Jan Dekker, Met Waterschappen, Rijkswaterstaat en Provinciale Waterstaat werden contacten gelegd, die moesten leiden tot een meer natuurlij ke begroeiing van wegbermen en overhoeken. Het aantal uilekasten was weer uitgebreid tot 25 stuks en er werden maar liefst 40 nest kasten voor Torenvalk gefabriceerd en opgehangen. Om mezen en andere holen- en halfholenbroeders nestgelegenheid te verschaffen, werden 100 nestkasten, verspreid over het gewest, verkocht. Op het gebied van inventarisaties verscheen een uitgebreid verslag van de hand van C. de Kraker uit Zaamslag over de Reuzenhoekse kreek en onze Belgische vogelvriend J.v.Impe deed zijn verslag over zijn tellingen van broedende steltklopers in O.Z.Vlaanderen, ter wijl een andere Belgische vogelvriend nl. G.v.Avermaateen broed- geval van de Steltkluut had geconstateerd in het "sompig, ideale moddergedoe" aan de Zwartenhoekse kreek. DESAEFTINGHEFILM In het voorjaar van 1973 werd in alle grote plaatsen van ons gewest een film over Het Verdronken Land van Saeftinghe vertoond, die in opdracht van Het Zeeuwse Landschap gemaakt was door de beken de natuurfilmer Jan v.d.Kam, De tekst bij deze film werd gesproken door de eveneens bekende natuurreporter Bert Garthoff. Ongetwijfeld heeft deze film, die door honderden belangstellenden bekeken is, er veel toe bijgedragen dat in 1976 het Verdronken Land van Saeftinghe de status van natuurreservaat heeft gekregen, hoewel het vele werk van de besturen van De Stelkluut, Het Zeeuwse Landschap en het Zeeuws Coördinatieorgaan in deze zaak ook niet vergeten mag worden, EEN ENTHOUSIASTE JEUGDGROEP Hooit had het bestuur durven hopen dat de knotwilgactie zo goed aan zou slaan. Door het goede voorbeeld van de vogelwachters gingen ve le boeren en andere eigenaren zelf weer aan de slag en begonnen hun knotwilgen te snoeien. Het mooiste was echter wel het feit, dat een 2 1

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1981 | | pagina 21