ren en zeker als men ze leest in een blad van een Vogel
wacht. Kaar, vergeet niet, het was oorlog en voor heel veel
mensen was een dozijn eieren een welkome aanvulling. Ook hl
had ieder wel een paar kippen, de productie daarvan was in
de eerste maanden van het jaar niet geweldig. Denk eens in:
een schooljongen van een landarbeider die tien, twaalf eie
ren inbracht. Leverde die geen geweldige bijdrage aan de
voedselvoorziening van het gezin?
Houtduiven waren ook niet veilig en eveneens voor velen een
welkome aanvulling van het voedselpakket dat soms erg
schraal en in ieder geval niet rijkelijk voorzien van vers
vlees. Want het was natuurlijk niet om de eieren te doen,
maar om de jongen. De moeilijkheid was ze net uit het nest
te halen voor ze uitvlogen; dan hadden ze hun grootste ge
wicht en ze waren nog te pakken te krijgen. Dat mo
ment was moeilijk te kiezen en daarom werden de jongen van
zo'n dag of tien oud met een touwtje vastgelegd. Aan de
poot en het andere eind aan de boom. Zo werd de buit vei
lig gesteld. Gebonden jongen werden zelden door andere
"stropers" uitgehaald; had je eenmaal een broedsel vastge
legd, dan had je er een claim op. Of je moest ver buiten je
eigen "jachtgebied" zitten en duiven die aan een ander "be
hoorden" - een ongeschreven territoriumverdeling dus - ge
claimd hebben. Als je daarvan inderdaad de jongen op kon
halen was het alleen maar omdat de rechthebbende partij ze