PROFICIAT ZILVEREN STELTKLUUT
Ik herinner me de oprichtingsvergadering van De Steltkluut
nog heel goed. Die was in hotel "Des.Pays Bas" in Terneuzen
en de eerste voorzitter was Pake Haak. Ook de tegenwoordi
ge voorzitter, George Sponselee, was er bij betrokken en
mr T.Lebret, officier van Justitie in Middelburg, werd al
direct tot erelid benoemd.
Dit is maar een aanloopje om te komen tot mijn verhaal, het
verzoek van voorzitter Sponselee: "Wat heeft De Stetlkluut
in al die jaren voor jou betekend?"
Mijn antwoord is: "Veel!" Vóór die tijd kende ik van vogels
nauwelijks even zoveel als de gemiddelde Nederlander: een
mus, een Kievit, Spreeuw, een meeuw en nog een paar. Daar
mee was het wel bekeken. Ook toen al was ik in de gelukkige
omstandigheid over alle aktiviteiten van de nog jonge ver
eniging een verslag voor de krant (Dagblad De Stem en toen
ook nog De Vrije Zeeuw) te kunnen maken.
In de loop van de voorbije kwart eeuw, zeker in de beginja
ren, ging ik vaak met Sponselee mee. Vooral naar de Braak
man. Daar ontmoetten wij meestal Cees Riemslag en op die
manier kwam ik tenminste iets van vogels en wat daarbij
hoort, te weten. Ik kocht al eens een boek over vogels en
volgde zoveel mogelijk de programma's over dit onderwerp en
de films op de tv en kwam van lieverlede tot de ontdekking
dat "Bird-watching is either the most scientific of sports
or the most sporting of sciences". Ik zou niet graag willen
beweren dat ik nu alles over vogels weet, maar enige voor
uitgang heb ik toch wel geboekt. Dat is één facet van de
zaak. Er is heel wat meer gebeurd: De Steltkluut is een
bloeinde vereniging met over de vijfhonderd leden geworden.
Het huidige ledental is al een voldoende bewijs dat het be
stuur in de loop der jaren niet heeft stilgezeten. Door
voortdurend de aandacht van de goe-gemeente te vragen, door
boeiende en leerzame lezingen, excursies en dergelijke,
zijn er toch heel wat mensen in Zeeuwsch-Vlaanderen die
zich voor flora en fauna zijn gaan interesseren. Geen klei
ne verdienste, vooral in deze tijd van milieu-verontreinig
ing, ten gevolge waarvan toch al heel wat dieren en planten
zijn verdwenen. In elk geval kan men verwachten, dat al die
leden (min of meer) aktieve propagandisten zijn voor een
schoon milieu.
Het is bijzonder verheugend dat De Steltkluut de aandacht
niet uitsluitend aan vogels en planten is blijven wijden,
waarmee ik bedoel, dat het niet alleen de bedoeling van De
Steltkluut was en is om de leden te leren hoe een bepaalde
vogel of plant heet. In de loop der jaren is er heel wat
gedaan aan vogeltellingen, waarnemen van de trek van vogels
signaleren van zeldzame exemplaren en zo voorts. Inmiddels
is er over het vogelbestand in ons gewest heel wat bekend
6