DE LOUISAPOLDER NABIJ NIEUW-NAMEN
INTERESSANTE WEILANDJES BEDREIGD
Halverwege tussen de Louisastre.at en de dijk die de Louisapolder
scheidt van de Koningin Emmapolder Louisadijk) ligt oostelijk
van de Arembergstraateen iets bredere en ondiepe sloot met
nogal wat riet erin. Het einde van deze sloot grenst aan een
stuk oud weiland, dat aan de andere kant weer, door middel van
een sloot en een dijkpad, grenst aan de eerder genoemde dijk,
ook de derde kant va.n het weilandje grenst aan een sloot. Deze
is wel smal, maar bevat toch veel riet. De vierde zijde grenst
aan akkerland. Bijgaand kaartje verduidelijkt de situatie.
Het weilandje is drassig en blijft lang water houden, behalve
bij langer durende droogte. Dit water staar dan in een viertal
geultjes en een redelijk grote plas, waarin een van de geultjes
uitmondt. In deze geultjes liggen enkele oude boomstronken.
Aan de hand daarvan en ook vanwege hst feit dat er op het
naastliggende akkerland nogal wat zeebies staat, alsmede de
aanwezigheid van een oude veedrinkput, vermoed ik dat hier
vroeger nogal wat mooie "oude weilandjes" geweest moeten zijn.
De reden dat deze weilandjes verdwenen zijn ga ik niet uitvoe
rig behandelen, (iedereen weet immers wel dat het boerenbe
drijf helemaal veranderd' is, uitbreiding, minder of geen vee,
onbegraasde weilandjesen van het één komt het ander).
Nu is er gelukkig nog één weilandje over. De reden dat dit
weilandje nog redelijk "nat" is, is dat in de Louisa de water
huishouding nog niet is, zoals tegenwoordig in de meeste pol
ders. Vanaf de Arenbergstraat ziet het geheel er niet "zo in
teressant" uit; het tegendeel is echter waar. Vanaf half april
tot half juni 1981 ben ik daar regelmatig geweest, dat wil
zeggen gemiddeld één maal per week. In bijgaande tabel is te
zien dat er nogal wat vogelsoorten aanwezig zijn. De gegevens
zijn natuurlijk behalve van het weilandje en de sloten ook van
omliggende stukjes aakerland en/of van een stuk van de Louisa
dijk, (b.v. 26 mei)
TER VERDUIDELIJKING:
- De zwarte banden in het weilandje zijn de eerdergenoemde geul
tjes; het vierde geultje mondt uit in een plas.
- Achter iedere vogelsoort staat een Romeins cijfer (i tot en
met V)„ Deze hebben de volgende betekenis:
I; Broedvogel op of rondom (in sloot, berm of akkerland)
het weilandje.
II; Kan broedvogel zijn, hoeft niet persé, maar hoogstwaar
schijnlijk wel in de buurt.
III; Regelmatige gast, hetzij voedselzoekend, hetzij over
vliegend
IV; Voorjaarstrekker, voedselverzamelend
V; Zeldzame doortrekker, of een voor die tijd van het jaar
zeldzame gast.
155