teijn). Dit betekent dat alleen al in Zeeuwsch-Vlaanderen in goede jaren meer dan 200 Grauwe gorzen kunnen broeden. MEININGER (1977) schatte indertijd de Zeeuwse populatie op 100 a 150 paar. Toen al nam Zeeuwsch-Vlaanderen het leeu wendeel voor zijn rekening. Ook in Nederlands verband neemt Z.Vlaanderen een belangrijke plaats in. De zeeuwsVlaamse polders en schorren herbergen naar schatting eenvierde tot eenderde van de Nederlandse broedpopulatiedie in TEIXEIRA (.1979) op 400-800 "broedparen" werd getaxeerd. Hiervan neemt O.Z.Vlaanderen ongeveer een 40 procent voor zijn re kening. Momenteel heeft de Grauwe gors een vrij homogene versprei ding door ond gewest. Het voorkeursbiotoop wordt er gevormd door de open landbouwpolders (overheersend bouwland) met ruige slootkanten. Verder zijn er de omringende dijken die als hooiland of weiland in gebruik zijn, zover ze niet zijn beplant met struikgewas. Een niet onaanzienlijk deel broedt buitendijks in het Verdronken land van Saeftinghe, op het Hellegatschor en op de zeedijken. Deze zeedijken worden mo menteel alle extensief of intensief met schapen beweid. In Saeftinghe bestaat het broedbiotoop uit tamelijk oud schor dat zowel intensief als extensief met schapen wordt beweid. De grasmat is tamelijk gesloten met overheersend Gewoon kweldergras (Puccinellia maritima) en nu en dan wat Zeeas ter (Aster tripolium) en Schorrezoutgras (Trichlo .mn mari tima) Langs de geulen staat ook veel Strandkweek (Elytri- gia pungens) en in de kommen Zeebies (Scirpus maritima). De dijk, alsmede sommige stukken schor tegen de dijk, wor den jaarlijks eenmaal, laat in het seizoen, gehooid. In het dekzandgebied van de grensstrook is de soort tot op he den nog maar van één plaats bekend. Sedert 1977 is er jaar lijks een zangpost in de Sint Jansteenpolder ten zuiden van Sint Jansteen (A.de Kind). In dat jaar -was het ook af gelopen met de kleinschaligheid in die hoek. M.A.Buise, Julianalaan 11, 4561 JA Hulst. Een klein woord van dank mag in dit bestek niet ontbreken. Veel dank ben ik verschuldigd aan M.Kindt en T.Ysebaert voor het uitzoeken en verstrekken van alle gegevens uit 't archief van Vogelwacht De Steltkluut. Waarnemingen van navolgende personen zijn verwerkt: G.v.AvermaetM.Buise, H.Bun, J.Calle, L.Calle, H.Castelijns P.Dobbelaar, F.Haak, G.Harts, J.v.d.Hoeve, J.v.Hooije, J.v. ImpeA.de Kind, M.Kindt, A.Klaassen, W.v.Laere, J.Lievens, P.Maas, P.Mangnus, H.Molenaar, J.Morcus, G.Ottens, L.Per- sijn, C.v.Putte, A.de Rijcke, G.Sponselee, E.Steyns, W..Sue- tens, F.Tombeur, A.v.d.Wiele, M.Willaert, W.Wisse en T.Yse baert 1 72

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1981 | | pagina 30