CURSUS BRAAKBALLEN PLUIZEN veldmuis Sas van Gent: 23 februari 1981, 9 maart 1981 en 16 maart 1981. Aantal deelnemers ongeveer 15. Samenwerking tussen Het Duumpje en De Stelt- kluut. Onder leiding van de heer L.G.Persijn hebben wij drie zeer boeiende en leerzame avonden beleefd. Gedetermineerd werd naar de tabel voor Braakballen onderzoek geschreven door E. v.d.Straetenuitgave Zoogdieren werkgroep van de Wielewaal jongeren, 1978. De eerste avond werd ons uitgelegd, hoe men een braakbal moet pluizen, want de bovenschedel en onderkaken "moet je proberen voor het onderzoek bij elkaar te houden, dit in verband met het op naam brengen en het tellen van het aantal prooien in één braakbal. Gesproken werd ook over het gebruik van het materiaal zoals; loupe, schuifmaat, pincet en het aetermineerboek Het moeilijkste van deze avond waren voor mij, een leek, de be namingen van de te meten delen van de schedels, en onderkaken; het kwam de eerste avond over als chinees, maar dat. wende vlug. Ha een braakbal geplozen en gedetermineerd te hebben werd deze avond afgesloten. De tweede avond kwam de heer Persijn met een door hem zelf op gesteld overzicht van de zoogdierresten die in braakballen ge vonden zouden kunnen worden. Een zeer bruikbaar overzicht. Eerst moest vastgesteld worden of het resten van spitsmuizen, woelmuizen of ware muizen betrof door middel van de tabel. Op deze avond werd behalve het op naam brengen van het mate riaal ook gesproken over het verwerken van de gevonden resten op streeplijsten. Met het uitdelen van een paar braakballen voor huiswerk werd deze avond afgesloten. De derde avond werd begonnen met het controleren van de door de heer Persijn meegebrachte schedels en onderkaken. Er werd nogmaals gewezen op de speciale kenmerken van de tanden en kiezen de kleur van de kiespunten; holle of gesloten kiezen. Hierbij hebben we ook van een binoculair ge bruik gemaakt, waarmee de zeer kleine on- delinge verschillen zeer duidelijk aan het licht kwamen. Het is volgens mij een goede zaak als de twee Vogelwachten zo'n binocu lair terbeschikking zouden stellen van leden die zich met dit soort onderzoek bezig hou den. Ha nog een braakbal te hebben geplozen en onderzocht te hebben, werd deze zeer leer zame en boeiende cursus afgesloten met har telijke dank aan de heer Persijn voor het over brengen van zijn kennis aan ons. J.v.d.Kammen, Paardenvest 11, Sas van Gent. 2 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1982 | | pagina 29