ook zeer gewenst zijn
groot deel van het veldwerk verrichten,
nemen. -
groter aantal aanwezige ganzen niet denk
beeldig: denk aan verruiming tien-uursre
geling; denk aan landbouwschade bij opdooi.
Het boek van Owen is mij niet bekend; ik
ben ook niet engelstalig. Nadere uitleg
en het in de openbaarheid brengen van alle
gegevens in verband met het ringen zou dan
zodat ook de amateur-ornithologen, die een
er kennis van kunnen
We vroegen ook de mening van dr Daan van de RU Groningen, vooral
ten aanzien van het energievraagstuk. Hij zond onze brief door
aan Bart Ebbir.ge van het RIN in Leersum.
- Aangezien ik mij intensief met ganzenonderzoek bezig houd, heeft
de heer S.Daan mij verzocht Uw brief te beantwoorden.
Gezien de teneur van het stukje "Ganzencarnal" is Joep van der
Kammen zelf niet geïnteresseerd in antwoorden op de door hem ge
stelde vragen. Zijn conclusie dat onderzoek er toe leidt dat gan
zen beheerd gaan worden en zodoende naar de knoppen geholpen
kunnen worden, slaat nergens op.
Je kunt het betreuren of niet, maar we leven nu eenmaal in een
cultuurlandschap dat in steeds sterkere mate door menselijke ac
tiviteiten bepaald wordt.
Willen we hier natuurlijke elementen handhaven dan zullen we wel
beschermende maatregelen moeten nemen. En om de juiste maatrege
len te kunnen nemen is onderzoek nodig.
Vanzelfsprekend is het van groot belang dat het nodige onderzoek
zorgvuldig uitgevoerd wordt. Bij ringonderzoek is het, niet alleen
uit ethische overwegingen t.a.v. het dier, maar ook uit weten
schappelijk oogpunt erg belangrijk dat het gedrag of de overlevings
kansen niet beïnvloed wprden door de methode van ringen. Uit on
derzoekingen aan rotganzen en sneeuwganzen in arctisch Canada is
inderdaad gebleken dat bepaalde types halsringen een hogere sterf
te veroorzaakten. Bij het onderzoek dat het R.I.N. aan rotganzen
en brandganzen doet is dan ook in navolging
van Engelse onderzoekers bewust gekozen voor
plastic pootringen die in de praktijk geen na
delige gevolgen voor de vogels hebben.
Daarentegen heeft onderzoek aan zwanen in de
Verenigde Staten, Denemarken en Nederland
waarbij de vogels met plastic halsringen werden^
gemerkt geen aanwijzingen opgeleverd dat door
de halsringen een verhoogde sterfte optrad of
dat de vogels door de halsringen sociaal geïso
leerd werden.
De rietganzeii waar Joep van der Kammen op doelt
zijn allemaal geringd in de D.D.R. Aanvankelijk
gebruikte men hier plastic halsbanden met vlag
getjes, maar de laatste jaren alleen halsbanden
met een letter/cijfercode erop.
56