Hoewel ik het zelf ook geen fraai gezicht vind, leveren de zo gemerkte dieren wel bijzonder interessante gegevens op over het gebruik dat individuele rietganzen van de diverse Nederlandse pleisterplaatsen maken (L.M.J.van den Bergh, in voorber."1. Om de noodzaak voor het veiligstellen van een keten van ganze- pleisterplaatsen te kunnen onderbouwen, zijn dergelijke gegevens nodig. Om tenslotte terug te komen op Joep van der Kammen's concrete vragen: welke nadelen leveren halsbanden op voor de ermee ge merkte rietgans? Het is helaas niet mogelijk al deze vragen in detail te beant woorden, omdat er domweg erg weinig bekend is over het energie budget van rietganzen. De gebruikte halsbanden hebben een gewicht van 17 gram, d.w.z. slechts 0,5%van het totale lichaamsgewicht van een rietgans. Geen van de ons bekende waarnemingen geven aanleiding om te vermoeden dat het dragen van een halsband leidt tot verstoting uit de groep. Ook heeft het vangen en merken geen invloed op het gezinsver band, zoals blijkt uit het voorkomen van gezinnen waarvan slechts een gedeelte van de vogels is gemerkt. Kennelijk is bij het van gen een gedeelte van het gezin ontkomen, en is na merken en los laten het gezin weer herenigd. Aan de hand van doodgevonden geringde rietganzen, gemeld aan het Vogeltrekstation in Arnhem', ben ik nagegaan of wellicht de sterfte bij rietganzen met halsband hoger is, dan bij rietganzen die alleen een metalen pootring dragen. In de seizoenen 1978—1979 t/m 1980-1981 werden er 19 doodgevonden rietganzen gemeld aan het Vogeltrekstation, 5 hiervan droegen een hals band en 14 alleen een pootring. Het aantal rietganzen met hals band in Nederland bedroeg in deze periode ten hoogste gemid deld 100 per seizoen. Aan de hand van de aantallen in Nederland geringde rietganzen (gecorrigeerd voor een jaarlijkse sterfte van 28.7%, Cavé, mond.med.) kunnen we berekenen dat het aantal rietganzen met pootringen in Nederland 1500-2000 bedroeg in de zelfde periode. Zou de sterfte gelijk zijn voor beide categorieën, dan zou je verwachten dat 1 van de 19 doodgevonden ganzen een halsband droeg en niet 5 van de 19« De sterftekans lijkt door het dragen van een halsband dus inderdaad hoger te zijn, hoewel ook de mogelijkheid bestaat dat men eerder geneigd is een ring halsband uit de DDR te melden aan het Vogeltrekstation dan een "gewone" Nederlandse ring. Voor ons instituut is dit in ieder geval voldoende reden om ganzen niet met halsbanden te gaan merken, maar nu er eenmaal een aantal met halsbanden gemerkte rietganzen overwinteren in Nederland, zou het natuurlijk onverstandig zijn er niet zoveel mogelijk waarnemingen van te verzamelen, zodat het "offer" dat deze individuele ganzen brengen in ieder geval in de toekomst kan bijdrage tot een beter beheer van de voor rietganzen nood zakelijke pleisterplaatsen. - 5 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1982 | | pagina 29