geluisterd (zonder chronometreren natuurlijk), wat betekent 135 minuten of de helft van de bestede tijd. Tussen de Molenstraat en Nieuw-Namen (zuidelijke route) waren er 16 stops, en tussen Nieuw-Namen en de Molenstraat (noordelijke route) waren er 11 stops Het was een vrij donkere nacht, weliswaar geen bewolking doch slechts een kwart maantje, met vrij hoge temperatuur (om 21.30 uur was het nog 20 C) en geen zuchtje wind. Prima Kwartel- weer zou men zeggen, vooral omdat de roep bij dit soort omstan digheden tot op 1 km kan gehoord worden (Glutz von Blotzheim 1973). Wanneer we 26 stops rekenen komen we met de eenvoudige formule rTT tot het feit dat 81.64 km of 8100 ha werd beluisterd! Omdat we hier en daar te dicht bij de grens zaten (op minder dan 1 km), en niet alle stops 2 km van elkaar lagen, houden wij het afgeluisterde gebied op 5000 ha. Met op voorhand in kaart gebrachte luisterpunten op een route van 70 km' (34 luisterpunten dan) had dat een.'gebied betekend van 10600 ha, met aftrek van het grensgebied toch nog goed voor 8000 ha. Grof gezegd werd dus toch nog zo'n 2/3 van het bezochte gebied beluisterd. Enige nuance moeten we hier wel aanbrengen in de zin dat sommige stukken intensief werden be luisterd, en er b.v.b. tussen een stop ten noordoosten van Koewacht en een stop ten oosten van St.Jansteen in de Clinge- polder, niet werd gestopt wegens de aanwezigheid van bebouwing. Zo ook langs de noordelijke route werd langs de Lange Weg tus sen Hulst en de Kinderdijk slechts tweemaal gestopt, nl. Port Ferdinandus en 1Verkorting. De verhouding 2/3 is dus een schijnverhouding want sommige delen werden (te) weinig be luisterd en andere (te) intensief. Waarschijnlijk bent U ook nog benieuwd naar het resultaat. Wel we hebben NIKS gehoord! Is dit een bewijs dat er geen Kwartels waren? Wij zijn bereid op timistisch te zijn en te stellen dat er misschien wel Kwartels waren, doch dat ze niet riepen. Daarenboven valt er veel te zeggen voor de onderzoeksmethode. Wij hebben er in dit arti keltje veel aandacht aan gewijd omdat dit aspekt bij heel wat amateurs uit het oog verloren wordt. De methode is net zo be langrijk als de resultaten; en in de literatuur komt dit on derwerp uitgebreid aan bod. Wij hebben met opzet niet gekozen voor een bepaalde manier van censussen, zoals men het wel eens noemt, die in de literatuur is beschreven. Wel zouden wij bij voorbeeld vroeger op het seizoen kunnen beginnen, eerst over dag punten vastleggen die in aanmerking komen als Kwartelbio toop (volgens Cramp Simmons 1980 is een territorium minimaal 0,7 a 1,5 ha groot) en met de fiets rijden. In verband met de verkeersdichtheid en het zomeruur kan een dergelijke lange tocht moeilijk 's morgens uitgevoerd worden. Rest ons nog te zeggen dat we in de bossen ten zuiden van de Clinge polder de bedelroep van een jonge Ransuil hebben gehoord 62

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1982 | | pagina 34