Merels en Lijsters deden zich te goed aan de bessen van de Meidoorn; Wilde eenden fourageerden in het land. De Kievit liet zich weinig zien voor de tijd van het jaar; de meest gewone soort was de Houtduif. Waargenomen vogels: Torenvalk 1 1c*; Waterhoen; Koolmees; Pim pelmees; Winterkoning; Wilde eend 150; Merel 10; Zanglijster 10; Houtduif 100den; Zwarte kraai 5; Zilvermeeuw; Europese tortel 4; Fazant Wulp 2; Kievit 30; Ekster 10-tal; Witte kwikstaart 3; Bruine kiekendief 9 en d; Spreeuw 20; Blauwe reiger 2; Stormmeeuw 1; Vlaamse gaai 1; Patrijs 4; Boerenzwaluw 1; Ringmus 1; Huismus 50 (op het zaad van bieten); Graspieper. G.Sponselee. WMZ-BOSSEN SINT JANSTEEN, 18-10-1981. Ondanks de vele regen in de voorgaande nacht en dichte mist in de morgen waren er toch vijftien deelnemers om de herfstwande- ling mee te maken. Omdat we niet ver konden kijken zochten we het maar dichtbij: massa's tamme kastanjes voor het oprapen en een keur van paddestoelen om te bekijken. Gids E.Bogaert nam dat deel van de excursie voor zijn rekening. Na nog even een buitje klaarde het wat op en onmiddelijk kwamen de trekvogels op gang. We zagen een honderdtal Vinken overtrekken. Bij een veld waar veel in het zaad staande planten stonden zaten veel Groenlingen. Ook zagen we een geplukte Vink, vermoedeiik een slachtoffer van de Sperwer. Daarnaast de volgende soorten: Zwarte kraai 12, Spreeuw 50, Vlaamse gaai 5, Ekster 3» Gras pieper 15) Staartmees 25, Matkopmees 5> Pimpelmees 10, Goud- haamtje 20, Winterkoning 4» Roodborst 8, Houtduif 150. Op een vlasbedrijf zagen we 150 Vinken, 40 Groenlingen, 2 Keepen en 6 Merels. Voorts Kievit 8, Zilvermeeuw 20, Holenduif 4» Boomkruiper 2, Witte kwikstaart 6, Veldleeuwerik 2, Koperwiek 12, Krams vogel 4) Fitis 2, Wulp 2 en totaal ongeveer 250 Vinken. Einde excursie te 12.00 uur. A.de Kind. INSECTENEXCURSIE KALVERDIJK Walsoorden, 12 september 1981. Zaterdagmorgen 10 uur; insectenexcursie gepland en voordat we begonnen al twee tegenvallers: een excursieleider en deskundige die wegens dringende bezigheden elders niet op genoemde plaats kon verschijnen en ten tweede het ronduit voor insecten ongunstig weer. Besloten werd dan maar aandacht te schenken aan planten en aan de insecten die mij het meest bekend zijn: de dagvlinders. In totaal 7 mensen begonnen aan de tocht. Aan het begin van de Kal verdijk ontdekten we een vrouwelijk exemplaar van de hopplant, alleszins geen gewone verschijning. Op de Doorndijk werd tever geefs gezocht naar de verlaten dassenburcht. Waarnemingen Atalanta, Groot koolwitje, Kleine vos en Hooibeestje. Op het schor: Tureluur en Groenpootruiters 7 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1982 | | pagina 49