openingstijden jacht
Van een verleende vergunning mag géén gebruik worden gemaakt,
zolang de vergunninghouder geen verzekering heeft afgesloten die
zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt.
Tenslotte nog dit:
net als jachtaktehouders mogen de houders van een vergunning ex
artikel 53 niet jagen op zondagen, Nieuwjaarsdag, de Christelijke
tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen en op Hemelvaarts
dag met andere middelen dan kastvallen.
De Jachtwet gaat er in beginsel van uit dat de jacht op alle wildsoorten
gesloten is, tenzij de jacht op bepaalde soorten uitdrukkelijk geopend is.
Op een aantal soortenïs de jacht thans in het geheel niet meer
geopend, omdat door talrijke omstandigheden de stand gevaar begon
te lopen. Sedert lang gold dat al voor korhoender, boom- en steen
marter, otter, zeehond, das, rotgans en brandgans. In 1976 is daar
bijgekomen de kleine rietgans, in 1977 zijn toegevoegd roek, bonte
kraai, eekhoorn en poelsnip en in 1978 het bokje en de zomertaling.
Sommige wildsoorten komen in ons land als trekwild; voor deze
soorten heeft ons land dan ook speciale internationale verantwoorde
lijkheid. Ook buiten onze grenzen moet de stand daarvan in het oog a.
gehouden worden.
b.
Wat betreft de ganzen wordt het alleen nog verantwoord geacht de
jacht beperkte tijd te openen voor de volgende soorten: grauwe gans,
kolgans en gewone rietgans. En dan nog slechts tot 10 uur 's ochtends.
Dit om de dieren voldoende rust en mogelijkheid tot fourageren te geven.
Edelherten, damherten, reeën en wilde zwijnen mogen slechts worden
bejaagd door degenen, die in het bezit zijn van een daarvoor speciaal
verleende vergunning en daarbij behorende wildmerken. In deze
vergunning wordt de periode vermeld waarbinnen de jacht op de met
name genoemde soort, onderverdeeld in mannelijk en/of vrouwelijk
wild, mag worden uitgeoefend.
De jacht is thans geopend op de wildsoorten genoemd in de tabel op
pag. 8 en pag. 9, gedurende de er achter vermelde perioden. Dan mag
er - uitsluitend met de toegelaten jachtmiddelen - op gejaagd worden
van zonsopgang tot zonsondergang, waarbij wel de afwijkende tijd die
achter de ganzen staat vermeld goed in het oog moet worden gehouden.
Daarnaast mag de jacht op waterwild gedurende de opening van de
jacht tot 1 september daaraanvolgend van één uur voor zonsopgang
tot één uur na zonsondergang en van 1 september tot de daaraanvol
gende sluiting van de jacht van een half uur voor zonsopgang tot een
half uur na zonsondergang worden uitgeoefend.
Uiteraard is het verboden te jagen op gevederd klein wild en waterwild,
dat als gevolg van onvoldoende bevedering niet in staat is tot vliegen,
waarbij vooral gedacht wordt aan de nog niet vliegvlugge eenden.
Eveneens mag niet worden gejaagd op zondagen en erkende Christe
lijke feestdagen, op begraafplaatsen, met een geweer vanaf of vanuit
een motorrijtuig dan wel ander voertuig, een vaartuig dat met een
grotere snelheid dan vijf kilometer per uur wordt voortbewogen, en
ook niet met een geweer binnen de afpalingskring van een gere
gistreerde eendenkooi.
let op:
De jacht op alle soorten waterwild door middel van mechanische en/of
elektrische lokinstrumenten is niet geopend.
De jacht door middel van geregistreerde eendenkooien is slechts geopend
op:
- wilde eenden (Anas platyrhynchos) en wel van 24 juli tot en met 13 februari
daaraanvolgend;
- slobeenden en wintertalingen en wel van 18 augustus tot en met 31 januari
daaraanvolgend;
- smienten en pijlstaarten en wel van 1 september tot en met 31 januari daar
aanvolgend.
Gedurende de gesloten jachttijd (voor de niet in de tabel staande
soorten dus het gehele jaar) is het wild door de Jachtwet beschermd;
men mag de dieren niet opsporen, bemachtigen of doden of pogingen
daartoe doen.
Het is verboden levend of dood wild, gedurende het tijdvak vanaf de
elfde dag na de sluiting tot de opening van de jacht op dat wild, onder
zich te hebben, te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.