DE AKKERDISTEL; een bijdrage in de discussie.
i
De Akkerdistel, Cirsium arvense, wordt door de landbouw als een
zeer lastig en hardnekkig onkruid beschouwd. Terecht of ten on
rechte is men van mening, dat de verspreiding in belangrijke mate
plaatsvindt door zaad en om die reden kennen verschillende pro
vincies - w.o. ook Zeeland - een distelverorordening, die voor
schrijft dat de eigenaar en/of gebruiker van gronden verplicht is
de Akkerdistel, en enkele andere soorten, te bestrijden, voor deze
in bloei zijn gekomen. Welke wijze van bestrijding wordt toegepast,
wordt vrijgelatene
Het is bekend dat aan distelbestrijding belangrijke nadelen verbon
den zijn, waarvan we willen noemen: het kostenaspect, de niet-se-
lectieve chemische bestrijding en het ten gevolge van de bestrijding
ontbreken van de Akkerdistel in het oecosysteem, terwijl hij toch
waardplant is voor verschillende andere organisme w.o. insecten»
De vrees voor ernstige besmetting van akker- en weidegronden, is
niet geheel terecht, omdat de Akkerdistel zich alleen onder zeer
bepaalde oecologische omstandigheden ergens zich via zaad kan
vestigen. Voor dit aspect mogen we verwijzen naar BAKKER en
DIENDER, 1956.
Dat men in landbouwkringen de wolken pluis die na de bloei van
Akkerdistel kunnen vrijkomen, zeer argwanend bekijkt, is begrijpe
lijk. De vraag is echter, hoeveel procent van het pluis draagt
een zaad en hoeveel kiemkrachtig zaad komt vrij.
Wat de eerste vraag betreft weten BAKKER en DIENDER te melden:
- In augustus verlaten de meeste zaden - het zijn eigenlijk vruch
ten - de uitgebloeide vrouwelijke bloemhoofdjesZij worden door
de wind verspreid, dank zij het bezit van een gevverde haarkrans,
die als zweef inrichting werkt. Toch zijn de zaden van de Akkerdis
tel niet bijzonder goed aangepast aan windverspreiding. De haar
krans breekt namelijk gemakkelijk af, waardoor verreweg de meeste
in de buurt van de moederplant belanden en slechts een klein
deel een afstand van enige kilometers kan overbruggen. Zo bevat
te van 3017 distelpluizen, die in augustus 1951 op 1 km beneden
winds van een "stuivend" Akkerdistelveld werden opgevangen,
slechts 0.16$ zaad. Op ongeveer 10 meter van het distelveld be
droeg dit percentage 10.-
Zelf vonden we 13 tellingen hogere aantallen. Vergelijk tabel 1.
Tabel 1
A
5
10
15
20
25
m z
m z
m z
m z
m z
96 202
120 171
78 112
75 99
61 102
T
298
291
190
174
163
32.2
41 .2
41 .1
45.1
37.4
1 38