A 30 m z 35 m z 40 m z 45 m z 50 m z o CM 23 23 17 26 17 18 9 22 T 72 46 43 35 31 44.4 50 39.5 48.3; 28.9 A afstand in meters vanaf de groeiplaats, m met zaad; z zonder zaad; T Totaal. Met betrekking tot de tweede vraag hebben we eveneens een onder zoek ingesteld. Bij het leegplukken van een rijp bloemhoofdje blijken er aan de pluis jes volle, ovale, lichtgekleurde zaden, of schrale, lichtgebogen donkerbruine flintertjes te zitten. De eerste wekken de indruk op zijn minst van reservevoedsel te zijn, de tweede lijken onvruchtbaar. We hebben diverse kiemproeven uitgevoerd onder allerlei omstandig heden. Het grootste kiempercentage van de door ons genoemde "goe de" zaden was nooit hoger dan 16°/o - ook vrjj laag dus, maar dat doet hier niet terzake - maar wel dat er van de "slechte" zaden geen enkel exemplaar tot kiemen kwam, waaruit we concluderen dat deze onvoorwaardelijk steriel zijn. 139

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1982 | | pagina 33