laag glazuur aan de binnenkant. Kunt U mij vertellen waarom? Maart 1982:-de zeehond is verdwenen; de spiering is een zeld zame vis op onze Schelde. Er is nauwelijks nog garnaal; mossel zaad is er allang niet meer op de Turfbanken. Het is allemaal nog herinnering. De scheldebot uit 't Schaar van Waarde is niet meer te eten. Beseffen we eigenlijk wel wat we kwijt zijn? Ik schrijf dit voor mensen die durven te zeggen dat het beter aan 't worden is. De voorbije 30 jaar is de Westerschelde in 'n open riool herschapen. Wie nu jong is weet niet wat er vroeger geweest is. Of ben ik misschien een grote pessimist? Och IJ mag rustig zo reageren. We hebben in ieder geval veel werk voor de boeg öm alles te herstellen, want wees gerust, de aantasting op onze mooie natuur zal ook zijn tol gaan eisen bij ons mensen. Daar ben ik bang voor. R.Bleyenberg, Kerkpad 15, Nieuw-Namen. Een rechtvaardig man is naar de Heer gegaan Bid voor de zieierust van de Heer Gustavus Seraphinus PRAET echtgenoot van Mevrouw Alice LIPPENS Geboren te Ciinge-ZId. op 16 september 1911 en overleden te Kieldrecht op 27 december 1973; voorzien van de H.H. Sacramenten. Staf Praet, de gamaalvisser, is heengegaan. Zijn dood heeft ons met verstomming gesla gen want hij was sterk als een eik en taai als een wis. Bijna vijftig jaar trotseerde hij water, koude en storm. Met de «Nooit Gedacht» liep hij steeds veilig de thuishaven Doei binnen. Ontelbare vrienden zijn als passagier met Staf de Schelde opgevaren en hebben met de schipper een pint gedronken. Hij was een knap visser maar vooral een goed huisvader die dag en nacht voor het welzijn van zijn gezin heeft gewerkt. Uiterlijk leek hij ruw en hard maar hij was een goed en eerlijk mens. Hij werd geveld door een verschrikkelijke ziekte. Staf Praet heeft de lange boottocht naar de eeuwigheid aangevat. Moge de Grote Visser hierboven hem genadig zijn. Duurbare echtgenote en kinderen, dank voor de liefde en zorgen waarmede gij mij steeds hebt omringd. Uw toewijding tijdens mijn ziekte was grenzeloos. Lieve kleinkinderen, grootvader had U nog zo veel te vertellen. Blijf allen in liefde verenigd en samen hopen wij op een gelukkig weerzien. Beste familieleden en vrienden, U allen dank ik voor uw troostend bezoek tijdens mijn ziekte en voor het medevoelen dat gij be toond hebt voor mijn gezin. Bijzonder dank aan mijn schoonbroer Jos die mij gedurende mijn ziekte trouw heeft bij gestaan. De familie van de duurbare overledene dankt U voor uw meevoelen en gebed. deckers druk 1 55

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1982 | | pagina 13