Oeverzwaluwen zijn vandaag aan de kreek gearriveerd, evenals de eerste Fitis, Gele kwikstaart en Blauwborst. Ook de Knobbelzwa nen zijn- bezig met de nestbouw; het wordt een groot bouwwerk met een doorsnede van ongeveer een meter, en een gemiddelde hoogte van vijftig tot zestig centimeter. Eén dag later, op 29 maart, baltsen de kiekendieven van tijd tot tijd nog, maar het merendeel van deze dag houden ze zich bezig met de nestbouw, waarbij het aanslepen van het nestmateriaal voornamelijk de taak van het mannetje blijkt te zijn. Diverse malen arriveert hij met takken en rietstengels in de klauwen op de nestplaats waar hij wordt opgewacht door het vrouwtje, hetgeen telkens aan het opgewonden gepiep te horen is. Na het nestmateriaal te hebben afgegeven vertrekt het mannetje weer op zoek naar nieuwe takken en stengels, terwijl het vrouw tje onzichtbaar blijft, en blijkbaar druk bezig is met de bouw van het nest. Terwijl het mannetje langs de rietkraag naarstig naar materiaal speurt, maakt hij ineens een snelle halve draai gevolgd door een duik naar beneden. De eerst opkomende gedachte was dat hij een prooi sloeg, maar het bleek dat hij alleen maar een bijzonder geschikte tak voor de nestbouw had ontdekt, en bijna "schrok" van het feit dat hij die als het ware zomaar voorbij gevlogen was. Terwijl er van tijd tot tijd een "vreemde "Bruine kiekendief aan de kreek verschijnt, en er zelfs op 3 april nog een Smelleken aan de kreek wordt waargenomen, gaat de nestbouw van de beide kie kendieven onverdroten verder, en wanneer er op 6 april twee vreemde vrouwtjes-bruine-kiekendieven boven de nestplaats cir kelen, gaat het zich blijkbaar bij of op het nest bevindende "Vlaamse Kreek"-vrouwtje onder luid alarmgeroep de lucht in. Het wordt nu iets rustiger aan de kreek voorzover het de kie kendieven betreft, de' balts is voorbij, de nestbouw loopt op een einde, en eerstdaags zal het eerste ei worden gelegd. Bij elk bezoek aan de kreek worden de kiekendieven of één van hen weliswaar nog gezien, maar toch krijg je nu meer de gelegen heid om je aandacht ook op andere dingen te richten: het wellui dende, enigszins hese, gezang van de Blauwborst in de schemering en het gillende gekrijs van de Waterrallen. Omstreeks half april verschijnen de Zomertalingen op doortrek aan de Vlaamse Kreek, en op 18 april is er een vrouwtje Toppereend op de kreek aanwezig; enkele dagen later worden de eerste jonge Wilde eendjes gezien. Op 19 april verschijnt de eerste doortrekkende Bonte vliegenvan ger in de struiken langs de dijkj en kondigt de eerste Koekoek aan dat de zomer voor de deur staat. Op 30 april - terwijl het vrouwtje van de Bruine kiekendief al lang op de eieren moet zit ten - blijft het mannetje steeds maar boven de rietkraag in de buurt van de nestplaats rondvliegen tot op een bepaald moment het vrouwtje van het nest opvliegt en neerstrijkt op het weitje van het reservaat. Het mannetje maakt een zwenking, zet koers in de richting van het in het gras zittende vrouwtje, strijkt 166

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1982 | | pagina 24