1 Bruine kiekendief <J2 Bruine kiekendief 93 Bruine kiekendief <S; 4 Blauwe kiekendief <5; 5 idem bovenzijde. het rietveld (maar wel in eikaars nabijheid) twee andere jonge exemplaren op, terwijl over de polder het adulte vrouwtje komt aan vliegen. Onmiddellijk gaat ook het mannetje weer op de wieken. Opvallend is dat telkens wanneer één van de jongen de lucht in gaat ook het mannetje opvliegt, en boven en in de buurt van de vliegende jonge vogel blijft rondfladderen; zogauw de jonge kie kendief gaat zitten strijkt ook het mannetje neer, om weer opnieuw de lucht in te gaan wanneer één van de jongen opvliegt, enzovoorts. Op een bepaald ogenblik zijn zowel mannetje, vrouwtje, alsook de drie jongen in de lucht. De jonge kiekendieven zijn vermoedelijk nog maar pas uitgevlogen; hun vlucht is nog wat twijfelachtig, en met name het landen is een probh&em op zich. Het beste lukt nog het landen in de rietkraag zelf: hierbij blijven hoogstens de vleugels wat achter de rietstengels haperen zodat er van tijd tot tijd bijna eentje over de kop gaat. Een groter probleem vormt het landen op één van de wilgetakken, zeker bij de wind die er vanavond staat; telkens wanneer één van de jongen zover is dat hij de tak kan gaan grijpen is diezelfde tak weer verdwenen: weggezwiept door de wind. Eerst na een tien tal pogingen lukt het. soms, en zelfs dan moeten de jonge vogels zich nog klapwiekend in evenwicht proberen te houden. Behalve de kleur is ook het formaat van de jongen nog duidelijk verschillend van dat van de ouders: de jonge kiekendieven zijn duidelijk kleiner, hetgeen vooral komt doordat vleugels en staart nog niet zo uitgegroeid zijn en opvallend korter zijn dan bij de volwassen vogels. Wanneer één van de jongen de staartveren spreidt, lijken de staartpennen nog wat verder uit elkaar te staan, hetgeen vermoedelijk wel te verklaren valt uit het feit dat ook de veren zelf nog wat voller moeten worden. Op 28 juni regent het de gehele dag, en staat er weer een har de' stormachtige wind. Ha het eerste half uurtje totaal geen kiekendieven te hebben gezien, stijgt plotseling een jonge kie kendief uit het rietveld op, en strijkt neer in één van de klei- 169

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1982 | | pagina 27