als je de vogels eenmaal goed uit elkaar kent, zie je direct met welke soort je te maken hebt. Er is namelijk niet alleen ver schil in vlucht maar ook in de hoogte waarop de verschillende soorten trekken. Wanneer je ze pal boven je hoofd ziet, lijkt het of ze allemaal door elkaar vliegen, maar als je goed kijkt zie je toch de Bonte- en Zwarte kraaien en de Roeken in bepaalde groepen vliegen. Dat alles één vlucht lijkt te zijn komt door de Kauwen die overal dwars doorheen vliegen en alles opvullen tot één zwarte wolk. Ze volgen tijdens deze vluchten bepaalde routes die elke avond hetzelfde zijn. En vaak op vijf minuten nauwkeurig, dag na dag terwijl ze toch geen horloge hebben. Ze trekken naar dichte bossen of landbouwstreken waar ze tegen donker samen komen. In groeiende groepen vliegen ze dan naar de eigenlijke slaapplaats toe. Het geluid dat de Bonte kraai maakt, klinkt als een tevreden groet "spaar spaar", deze rustige groet klikt als goeden avond kameraden Als we de Bonte kraai eens nader beschouwen zien wij een hoogst intelligente vogel aan het werk. Langs de stranden van onze Westerschelde voedt hij zich met schelpdieren. De dieren slaat hij in stukken op de stenen. Waar hij aan het weric is geweest kun je de resten vinden. Als je de Bonte kraai in de hoge top van een boom ziet zitten en je zijn roep over de akkers hoort klinken, zit hij de polder af te spieden. Zijn ogen hebben een enorme reikwijdte van min stens een kilometer en misschien nog wel meer. Ziet hij op grote afstand een paar soort genoten naar een bepaalde plaats vliegen, dan zie je daar vrij gauw vijf, zes kraaien bij elkaar. Bekijk je met de kijker die plaats eens beter, dan zie je het volgende: Op een rustig, afgelegen plekje heeft een aangeschoten konijn zich kunnen onttrekken aan het oog van de jager. De kraaiachtigen slaan toe en ruimen het kadaver in wording op Hetzelfde gebeurt ook bij wild dat door een auto is aangere den. Ziet U ergens in de verte een groepje kraaien, je kunt er bijna zeker van zijn dat er een ka daver in de buurt is. Nog onlangs zag ik een Bonte kraai geruisloos en zwijgend in de richting van een bosje vliegen; laag over de grond. Plotseling dook hij in een hoop afgevallen blad en ging alles ijverig opzij scharrelen zoals een lijster dat doet. Hij pikte wat op en vloog weg. Even later herhaalde zich dit. Hij had een hoopje eikels gevonden die een Vlaamse gaai daar voor de wintermaanden had verstopt. Dag eikels! Ook een manier om aan de kost te komen. Het kan ook nog anders. Vanuit de top van een 202

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1982 | | pagina 28