wetenschappelijke argumenten, zich verplicht om de vogels te voederen Laten we het in één zin samenvatten: "Het hoofd zegt nee, maar het hart zegt ja'.' Het antwoord zou kunnen zijn: De gulden middenweg nemen en met mate voederen. Indien er educatieve motieve gebruikt worden, zou van tevoren ge voederd kunnen worden om de jeugd liefde en respect voor de natuur bij te brengen. Maar: is het niet nuttiger om te ijveren voor het behoud van de natuur dan om graan te kopen voor de vogels? Practische wenken. Wanneer moet men vogels voederen? Alleen indien sneeuw en ijs de hele bodem bedekken of bijna bedekken of wanneer de grond bevroren is. Voeder bij voorkeur in de ochtenduren. Door de lange nacht zijn de vogels verzwakt, zodat ze vroeg op de dag voedsel dienen te hebben om weer op krachten te komen. Wat kan zoal gevoederd worden? Zaadetende vogels: graan, zonnepitten, lijnzaad, onkruidzaden, vet in allerlei vormen, b.v. vetbollen met zaad erin, ook het niet meer voor bakken geschikt vet uit de friturepan. (Geen plastic aan kaaskorstjes, dat kan fataal zijn). Insecten-etende vogels: fijn brood, olienoten, spek, gehakt e.d. appels bijvoorbeeld voor merels e.d. Het beste is om het voer niet op de grond te leggen. Op de grond kan het vuil worden en is er kans op infectieziekten. Het is ook goed te zoregn voor drinkwater, bij voorkeur lauw wa ter, alhoewel de vogels vaak voldoende vocht hebben wanner er sneeuw ligt. Er zijn ook trekvogels die door een te vroege trek en abnormale weersomstandigheden in gevaar komen, doordat er b.v. in maart nog uitzonderlijk koud weer met sneeuw komt. Ook de winter kan abnor maal vroeg zijn, zodat de vogels verrast worden. Men kan dan de vo gels ook helpen door het verwijderen van sneeuw onder de bomen, door dode bladeren weg te doen, oude appels op de grond te gooien, mesthopen sneeuwvrij te maken e.d,, Roofvogels moeten alleen bij zeer slechte weersomstandigheden wor den gevoederd. Dit voederen is/specialistenwerk en dient te ge beuren op stille plaatsen in Het bos in de buurt van natuurlijke verblijfplaatsen van deze vogels, b.v. bij alleenstaande bomen. Voedsel: rauw vlee b.v. hart en milt, slachtafval e.d. Ook hier geldt: 's morgens voederen. Om te voorkomen dat katten e.d. het voedsel opeten, verdient een voederplank van 40 x 40 cm op een hoogte van minstens 2 meter de voorkeur Om te voorkomen dat één vogel alles meeneemt verdient het aanbe veling het vlees met touwtjes vast te maken. Dank aan F.L.Tombeur te Gent die ons op het artikel attent maakte. E.G.Borm, Tivoliweg 12, 4561 HL Hulst. 205

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1982 | | pagina 31