en daardoor niet meer in staat om naar de noordelijker ge
legen broedgebieden terug te trekken. Tijdens het jacht
seizoen gebeurt het zeer vaak dat we aangeschoten Eenden
of Ganzen in de geulen van Saeftinghe vinden. Deze dieren
zijn vaak verlamd aan de vleugels. Ze kunnen zich alleen
nog lopend of zwemmend voortbewegen. Als deze vogels
(het betreft hier meestal Kolganzen) in leven blijven,
blijven ze in Saeftinghe. Afgelopen zomer is ons gebleken
dat deze vogels zich groeperen, en zo konden we achter de
Marlemont of achterin de Ijskelder steeds een groep van
een twintigtal Kolganzen te zien krijgen. Bij benadering
van de vogelsvluchtten deze al lopend naar het Schel
de water, waar ze zich blijkbaar veiliger voelen. Deze
Kolganzen konden absoluut niet vliegen.
Zo waren er in de zomer van 1 981 steeds twee Rietganzen
achter de Marlemont aanwezig. Bij benadering vluchtten
ook zij (lopend) naar het ScheldewaterVliegen was er
niet bijOp 20 december 1981 vonden we een Kolgans met
gedeeltelijk aan flarden gesohoten poten. De vogel kon
daardoor niet meer staan, en zat dus gewoon op z'n buik.
Waarschijnlijk door het feit dat hij de poten niet meer
kon gebruiken, kon de vogel ook niet meer opvliegen,
Slechts enkele meters verplaatsen met behulp van de vleu
gels was mogelijk. Op 24 januari 1981 werd een geschoten
Bergeend (beschermde vogelsoort.') gevonden. De vleugels
waren bebloed en verlamdVerder werd er op 24 december
een aangeschoten Zilvermeeuw gevondenVleugels, buik en
staart bebloed. De vogel was geheel verlamd.
Deze laatsten zijn enkele extreme gevallen van de vele
20