SCHELPEN door J.J. de Vos De oesters in de 5raak.manh.aven Het is alweer wat jaren geleden, dat Grootjans de Portu gese oesters (Crassostrea angulatalamaz-ck 1819) ontdekte in de Braakmanhaven. Om precies te zijn maakte hij daar melding van in de laatste Steltkluutuitgave van 1 976 en mijn reactie kwam in de eerste uitgave var 1977* In 1977 heb ik veel strekdammen afgezocht ten oosten en ten westen van Terneuzen om na te gaan of deze oesters zich nog verder hadden verspreid. In de zomer van 1977 ontdekte ik enkele exemplaren op het eind van een strekdam ten oosten var Terneuzen. Een drie- tal exemplaren trof ik aan bij het haventje van de Griete Nog in hetzelfde jaar waren deze oesters door onbekende oorzaak verdwenen. Een magere oogst dus en dat was jammer, want in feite had ik verwacht er- meer te zullen vinden. De oesters in de Braakman bleef ik volgen al was het alleen maar om te zien hoe lang ze het zouden volhouden en hoe groot ze konden uitgroeien. Hun grootste vijand is nlde vorst en ondanks dat ze elk jaar groter werden nam bun aantal sterk af. In het voorjaar- van 1 980 waren er nog maar enkele over en deze hadden een doorsnede van 10 a 13 cm. In de zomer van 1980 waren ze geheel verdwenen, althans zichtbaar boven de laagwaterlijnLege kleppen, meestal nog aan elkaar vast konden voldoende worden verzameld. De fraaiste exemplaren kregen een plaatsje in mijn verzameling. Ik was er- eigenlijk zeker van dat het met de oesters gedaan was er zodoende duurde het tot november 1 982 voor ik weer- eens een onderzoek instelde. En dat niet zonder- resultaat Op dezelfde plaats in de Braakmanhaven, rond de uitwa teringssluis van het polderwater, ontdekte jk nieuwe jonge Portugese oesters in ongelofelijke hoeveelheden. Ze waren reeds zo groot, dat ze een doorsrede hadden van 2 a 3 cm. De stortstenen waren als het ware bezaaid met oesters. Bij nader onderzoek bleker de oesters langs de gehele oostkant van de Braakmanhaven voor te komenzelfs tegen de dijk op hogere plaatsen. Ik vermoed dat deze oesters zich daar- in 1 981 hebben vast gehecht. Hoe verder naar de Westerschelde toe hoe minder oesters voorkomen. Ik was erg benieuwd of de oesters zich verder hadden verspreid en ik ben diverse keren op onder zoek geweest. Tot nu toe heb ik ze ten oosten van Terneu zen nog niet aangetroffen. Maar op zondagmorgen 5 december bezocht ik de zeehaven van Terneuzen. Het water- was ver genoeg gevallen om een goed 2 4

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1983 | | pagina 26