Bespreking van de resultaten. (afkorting: Het Groot Eiland, centraalBuise HGE 1FuutDe waarneming op 10/9/81 had betrekking op eerste jaars, dus minimaal 1 broedpaar in 1981Was ook in het voorjaar van 1982 weer op diverse kreken aanwezig, zodat de status van geregelde broedvogel wel gerechtvaardigd lijkt. 2DodaarsWas in maart en april aanwezig in geschikt bio toop, zodat broedgevallen vermoed, maar niet zeker aange toond konden worden. 5. Roerdomp.Op 15/4/82 1 ex. gehoord met de typische balts- roep. Dit gegeven is te weinig, om aan te nemen dat het hier om een broedgeval gaat, doch de mogelijkheid lijkt niet uit gesloten. 7Grauwe gansOp 15/4/82 2 paar met resp. 3+4 pulli 11 adult, ook op 22/4 kuikens gezien. Wordt in HGE niet als broedvogel genoemd. 8. Rietgans. 600 ex.op 28/1/82, mag wel uitzonderlijk genoemd worden. In HGE wordt slecht 1 x een hoger aantal voor deze soort opgegeven, in 1957/58 nl.1000. Meer normale aantallen voor de laatste jaren zijn enkele 1 O-tallen tot enkele 1OOden ex 11Wilde eend1000 ex. op 28/1/82 moet gezien worden als een minimum aantal. Genoemde aantallen sluiten aan bij de in HGE genoemde tendensdat de soort weer wat talrijker is in de winter dan rond 1970. Op 25/2/82 1 nest gevonden met 7 eieren. 1 2SmientMet rond 250 ex. in januari en februari ligt het wintermaximum 1 /3 hoger dan het gemiddelde, maximum over de periode 1967-1976(HGE 13WintertalingMet een maximum van enkele 10-tallen ex. lijkt deze soort duidelijk onderteld. 78

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1983 | | pagina 20