Putter Kneu Sint Jansteen en Clinge is deze vogel weg door de rigoreu- ze snoeiwijze van de afgelopen jaren. Maai' tot ons grote verdriet gaat de kapwoede onverminderd door. Er blijft in dit gewest nog nauwelijks één boomstam met een scheur of een spleet over. Als er ook maar iets gaatje in zit, moet hij weg maar laten we niet vergeten dat met het verdwijnen ervan ook onze insecteneters verdwijnen. Met het verdwijnen van de hoogstamboomgaarden werd voor een aantal vogelsoorten voedsel- en broedgebied weggenomen. Maar welke fruitteler kan het zich nog veroorloven te trachten zijn kost te verdienen met hoogstammen? Langs de andere kantwaar wonen en eten onze Spechten nu? De Zwarte specht was regelmatig in de bossen van de WMZ te Sint Jansteen en Clinge aan te treffen. Enig voor Zeeland. -Sinds vorig jaar is hij niet meer waargenomen. Vorig jaar heeft ook onze lijsterstand een klap gekregen doordat vrijwel alle ondergroei in de bossen van de WMZ werd weggekapt. Zelfs nog dit jaar moesten de laatste braamstruiken aan de ingang van het bos, bij Interjute het ontgelden. De bossen drogen uit en de lijsters ver dwijnen Nu zijn de groenstroken langs de sparrebossen aan de beurt. Daarmee verdwijnt een deel van onze mezesoorten zoals: Zwarte mees, Matkop- en Staartmees en ook de Boomkruiper en de Grote bonte specht. Deze voeden zich namelijk over wegend in loofbomen met allerlei insecten. Dan het Paapje dat langs onze bosgebiedjes en omliggende weilanden te vinden was. Niet overtalrijk maar toch tal rijker dan nu het geval is. Tot in de jaren vijftig zag ik in De Schommeling bij Heikant, in de bossen van Steen en Clinge en om en op de Liniedijk wel eens tien paartjes in totaal. Nu, in 1983, verwacht ik nog één paartje langs de Liniedijk nabij Het Jagertje. De Braamsluipertot voor enkele jaren een talrijke zomer gast, is nu uiterst zeldzaam; er resten ons nog enkele pa ren in de groenstrook rond een paar boerderijen. 111

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1983 | | pagina 21