SOORT OF ONDERSOORT
door H. Castelijns
Op 23 11 1981 zag ik vanaf de "boot nabij Perkpolder een roetzwarte
Kleine mantelmeeuw. Ik had weieens gehoord van het voorkomen van
verschillende ondersoorten van deze soort, en ken ook het onder
scheid tussen de Britse en Skandinavische vorm, maar verder had
ik me er nog nooit verdiept. Eerder genoemde waarneming was voor
mij de aanleiding om eens na te kijken welke ondersoorten er waren
eh welke in het veld te onderscheiden zijn. Er volgt nu een over
zicht van wat ik zoal in de verschillende boeken aantrof.
Om dit overzicht te kunnen begrijpen moeten we eerst weten wat een
soort is en wat een ondersoort. In Grzimek Het leven der dieren,
Oorsprong en Ontwikkeling" trof ik de volgende beschrijving aan:
Een biologische soort is een gemeenschap waar binnen nieuwe kom-
binaties van genen (erfelijksheidsdragers) mogelijk zijn. Ze heeft
een gemeenschappelijk bestand aan genen, aangeduid met de engelse
term "gene pool". Elke "gene poöl" die beschermd is tegen ver
menging met andere gene poibls kan een eigen ontwikkeling verto
nen, en verderop vervolgt de auteur; "door splitsing van een
gene pool kunnen meer soorten ontstaan" en weer verderop; "Is
deze eenmaal zo ver voortgeschreden dat wanneer beide deel po
pulaties later weer samen komen, voortplanting van beide indi
viduen niet meer mogelijk is, dan zijn beide tot zelfplanding
"goede" soorten geworden! Kennelijk zijn niet "goede" soorten dus
eigenlijk andere soorten en kunnen deze alleen maar blijven be
staan als er geografische scheiding optreedt. Dit wil zeggen dat
b.v. Zwarte en Bonte kraai alleen maar naast elkaar kunnen be
staan omdat ze in verschillende gebieden broeden. Op de grens
tussen hun verspreidingsgebieden treffen we dan pok "zwarte-
bonte" en bonte-zwarte kraaien" aan!
Als we deze omschrijvingistrikt zouden hanteren zouden Zilver
meeuw, Kleine mantelmeeuw en Kleine en Grote burgemeester tot
een soort behoren en zouden ze alleen maar verschillende onder
soorten van b.v. de Zilvermeeuw zijn. Ze kunnen n.l. onderling
kruisen terwijl hun nakomelingen vruchtbaar zijn. Bekend is b.v.
dat Zilvermeeuw en Kleine mantelmeeuw, vooral in de beginperiode
sinds 1936 van het voorkomen van laatstgenoemde, in Nederland
met elkaar kruisten, zie o.a. Atlas van Nederlandse Broedvogels
van het S070N. Ook is bekend dat de Zilvermeeuw op IJsland daar
volop kruist met de Grote burgemeester. We hebben hier kennelijk
te maken met zijn, niet goede soorten. In de zilvermeeuwgroep is
de grens soort, ondersoort, dan ook moeilijk te trekken.
In de verschillende boeken die ik hierover geraadpleegd heb trof
ik de volgende indeling aan:
Zilvermeeuw
Makatsch geeft in de "Vogels van Strand en Wad" aan dat een zeke
re Dementiev 12 ondersoorten van de Zilvermeeuw omschreven heeft.
M.Grzimek "Het leven der dieren Vogels deel 2" tref ik 13 onder
soorten aan. Deze auteur beschouwde de Kleine Burgemeester n.l.
tot een ondersoort van de Zilvermeeuw. Omdat de meeste vogelgid-
123