290555 1 ex. Canisvliet Sas van Gent (van den Steen 1968)
280557 1 ex. Zaamslag (F.Haak) (limosa 32: 51
090869 1 ex. Kamperdijk Vogelwaarde (E.& D.Steijns)>
(Vogeljaar 1_7: 118).
180873 1 ex. Canisvliet Sas van Gent (van den Steen)
041276 1 ex. Zwartenhoek Axel (FTombeurSteltkluut
6: 12)
220276 1 ex. Zwartenhoek Axel (F.Tombeur)
Hiervan komt de waarneming van Vogelwaarde al zeker op los
se schroeven te staan.
Volgens Taapken (1969) betreft het hier een vondst, volgens
de waarnemers berust deze publicatie cp een communicatie
stoornis daar van een Poelsnip nooit sprake is geweest
Blankert 1980
De overige waarnemingen verwerpt hij niet maar spreekt er
z'n twijfels over uit. De gebruikte determinatiekenmerken
zullen de doorslag moeten geven.
Navolgende waarnemingen van mezelf, al dan niet in het ge
zelschap van anderen, voldoen niet aan de gestelde eisen:
200473 1 ex. Polsvliet Terhole (+M.Jansen)(stkl 3: 24)
Jansen 1980)
220673 1 ex. Grote Putting Hengstdijk Stkl 3:31
090973 1 ex. Koedamstraat Terhole +GSponselee jj Stkl3 34
090973 1 ex. Oostkreek Groot Eiland (Buise,1977)
310874 1 ex. Opspuitterrein Axel (+G.SponseleeStkl 4:88)
090875 1 ex. Oostkreek Gr.Eiland Stkl 6: 135)(Buise 1977)
090875 1 ex. Zwanekreek Gr.Eiland Stkl 135)(Buise 1 977)
180979 1 ex. Zandpolder Kloosterzande
061182 1 ex. Rottevliet Terhole
271182 1 ex. Rottevliet Terhole.
Slechts één van m'n waarnemingende allereerste, voldoet
enigszins aan de kenmerken van Blankert: 10C972 1 ex.
Schuddebeurs HulstVan deze observatie is ter plaatse een
signalement opgemaakt waarin het merendeel van deze ken
merken zijn vervat (zie bijlage). Het is evenwel een
éénmanswaarneming hetgeen een zekere waardevermindering
inhoudt. Bij alle andere waarnemingen hebben we al te
gemakkelijk en kritiekloos beslist aan de hand van vogel-
gids en de meest opvallende kenmerken van m'n eerste
waarneming. Deze blijken evenwel niet doorslaggevend te
zijn voor een juiste determinatie. Mijns inziens moeten
we ze maar vergeten. "Beter géén waarneming dan een ver
keerde", zei Sponselee eens treffend. In m'n studie over
het Groot Eilandgebied (Buise 1977) worden 5 waarnemingen
en 1 vondst vermeld. Met betrekking tot de drie waarne
mingen van mezelf kan ik naar voorgaande verwijzen.
Moeilijker wordt het als we de vondst en waarneming van
135