A.de Meyer moeten beoordelen. Over de vondst was hij zeer
stellig. In de nazomer van 1974 was het de eerste maal in
z'n loopbaan als jachtopziener in dat gebied, dat hij een
vreemde snip aantrof tussen de vele geschoten Watersnippen
Zwaarder, kortere en zwaardere snavel en donkere onderkant
noemde hij als de meest in het oog springende kenmerken
in de hand. Bij de waarneming uit de nazomer van 1976
noemde hij het zwijgzame rechtlijnige opvliegen op het
allerlaatste moment; het deed hem aan een zieke watersnip
denken. Gezien z'n grote ervaring met de andere snippe-
soorten, die alledrie frekwent in het gebied worden aan
getroffen, lijkt me de vondst wel betrouwbaar. Toch moeten
we uiterst voorzichtig zijn in deze, men leze hiervoor het
artikel van Blanker!
Het lijkt me aanbevelenswaardig ook alle andere waarnemin
gen in het Archief aan een nieuw en miniteus onderzoek te
onderwerpen, zeker nu men bezig is met het samenstellen
van een nieuwe Avifauna voor onze streek. Waarnemingen
waarbij geen beschrijving is gegeven of alsnog te verkrij
gen is, dienen mijns inziens zonder meer te worden geschrapt
Bij de overige waarnemingen dient men het nodige voorbe
houd te betrachten. Navolgende waarnemingen van anderen
zijn in de loop der jaren in de Veldwaarnemingenrubriek
van "De Steltkluut" (=Stkl) gepubliceerd.
250973 1 ex. Polsvliet Terhole (MJanseStkl4 34)
Jansen 1980
270475 1 ex. Prosperpolder Nieuw Namen (TIJsebaert
St'kll 5 96)
040779 1 ex. Verdronken Land van Saeftinghe (G.v.dWiele
(Stkl9: 203)
271079 1 ex. idem (j.van Hooi je(stklK)40)
260180 1 ex. Vlaamse Kreek (G.v.d.WieleStkH 078)
Graauw
230380 1 ex. idem (j.van HooijeStkH 0160)
130981 1 ex. Koegat Vogelwaarde PDobbelaar+Pde Maagt)
(Stkl1_220)
In het archief bevindt zich tevens één ongepubliceerde
waarneming: 130S79 2 ex. Vlaamse Kreek en Zestigvoet
CRiemslag
De waarneming van de Polsvliet van 250573 kunnen we hier
van al afvoeren. Deze werd gedetermineerd aan de hand van
kenmerken gehanteerd tijdens ons eerste bezoek op 200473.
sommige data doen wat vreemd aan als we ze vergelijken
met de frekwentietabelsamengesteld door Blanker! 1980
met museummateriaal. Zonder te kort te willen deen aan voor
noemde personen, zou ik hun willen verzoeken de gegevens
nog eens zeer kritisch te beschouwen. Het is nooit schande
1 3 7
