Glutz von Blotzheim. U.N., K.M. Bauer E.Bezzel, 1 977. Handbuch der Vogel Hitteleuropas Band 7, Wiesbaden. Jansen, M.G.M., 1980. De Polsvliet, van natuur- naar cultuurlandschap. Uitg. Vogelwacht De SteltkluutHulst. Sponselee G.M.P. M.A.Buise, 1975- Avifauna van oost Zeeuws-VlaanderenZeelandreeks deel 2, Middelburg. Steen. J.van den, 1968. Canisvliet. Alcedoreeks deel 4. Oost-Akker Taapken. J., 1969. Veldwaarnemingen LXXII. Het Vogeljaar 17: 118. Wallace. D.I.M., 1976. Distinguishing Great Snipe form Snipe. Brit. Birds 69: 377-383. DE FORTDIJK BIJ KOEWACHT aoo,p Maas In het jaar anno 1612 werd "bij Koewacht de zogenaamde Oud- Beoosten Blij Bezuidenpolder ingedijkt. De noordelijke dijk was tot 1790 waterkerend, want pas in dat jaar kwam de Beoosten en Bewesten Blijpolder tot stand. Deze dijk, de Bortdijk, was een onderdeel van een fortenlinie, waar de forten St.Nicolaas, St„ Livinus, St.Jacob, St.Joseph en St.Jan deel van uitmaakten. Deze forten vormden belangrijke militaire verdedigingspunten in de strijd tégen de Spanjaarden tijdens'de 80-jarige oorlog (1568- 1648). Hieruit blijkt dat de dijken in vroeger tijdenbijzonder goed gebruikt konden worden. Was het niet 'als waterkering te gen de vaak woeste- zee, dan was het wel als kering tegen de' vaak woeste vijand. Door d'e verdergaande inpoldering werden de waterkerende dijken als het ware gedegradeerd tot binnendijken. Ook de meeste oor logen waren wel gestreden of de oorlogsvoering veranderde dus danig, dat dijken hierbij nauwelijks meer een rol konden spelen» Kortom, de dijkem haddpn hun funktie min of me'er verloren. De taluds waren veelal te steil om er gewassen op te verbouwen, maar wel kon er wat vee worden geweid, of de dijken werden ge maaid. Het afgevoerde maaisel kon goed als bijvoedering voor het vee worden gebruikt. De beheersmaatregelen op de dijken waren jaren lang (eeuwenlang?) hetzelfde. Of de dijk werd bemaaid, óf de dijk werd beweid. Dit maakte het mogelijk voor de planten- en dieren wereld om zich helemaal aan de plaatselijke omstandigheden aan te passen. Daar kwam nog bij dat dijken eigenlijk een heel bijzonder en apart biotoop vormen. De expositie van het talud speelt een belang rijke rol. Bij ons zijn de op het zuiden gerichte hellingen soor- 1 3 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1983 | | pagina 17