tenrijker dan de noordhellingen. Ook de bodemopbouw speelt een
belangrijke rol. Zodoende konden op veel dijken waardevolle ve
getaties tot ontwikkeling komen. Dit was ook het geval bij de
Portdijk. Deze dijk was bekend om de bijzondere planten die er
groeiden. Concrete gegevens waren er niet of nauwelijks, of
ze waren verouderd. Vandaar dat het ons nuttig leek om deze
dijk eens onder de loep te nemen. In de loop van 1980 en 1981
heb ik de Portdijk enkele malen langs gelopen. Mijn bevindingen
waren op zijn zachts gezegd verontrustend. Van de soorten rijk
dom in het verleden was maar weinig meer over. Als belangrijke
oorzaak moet genoemd worden de verandering van het beheer.
Er wordt geen vee geweid, noch wordt de dijk gemaaid; kennelijk
is dit uit economisch oogpunt niet meer haalbaar. Om toch wat
met de dijk te kunnen doen is deze beplant met populieren. De
schaduw van deze bomen beinvloedt de vegetatie in negatieve
zin. Het achterwege blijven van het beheer eveneens. Dit alles
leidt tot een vermindering (nivellering) van de soortenrijkdom.
Enkele plantensoorten gaan domineren, en overwoekeren daarbij
alles. Op de Fortdijk groeit massaal b.v. het stugge gras Kweek.
Ook Bramen, Kleefkruid en Grote brandnetel komen veelvuldig
voor. Deze verruiging van de vegetatie wekt bij sommige men
sen pyromane driften op, want het is al herhaalde malen voor
gekomen dat de vegetatie in brand werd gestoken. Ook dit
heeft een bijzonder nivellerende invloed op de soortenrijkdom.
Deze gang van zaken moet bijzonder betreurd worden. Dijken in
het algemeen, en de Portdijk in het bijzonder staan bekend om
hun waardevolle plantengroei. Slechts zeer gedeeltelijk is er
nog iets te herkennen van deze waarden. Het lijkt me niet no
dig om hier een uitgebreide lijst op te nemen van de op de
Portdijk gevonden soorten. Wie geinteresseerd is in de volle
dige lijst kan die bij mij aanvragen. Hier zal ik er slechts een
aantal noemen, die zeker de moeite waard zijn.
Allereerst komen er soorten op de Portdijk voor, die we elders
in Zeeuwsch Vlaanderen op nog redelijk veel plaatsen kunnen
aantreffen. Maar als ze ergens groeien, wil dit toch wel zeg
gen dat het om een bijzonder plekje gaat: Agrimonie, Bijvoet,
Knoopkruid, Gele morgenster, Klein streepzaad, Kamgras, St.
Janskruid, VeldlathyrusFiolklaver, Kattedoorn, Veldzuring,
Zandmuur en Middelst vergeet-mij-niet jeDaarnaast komen er een
aantal soorten voor welke steeds zeldzamer worden: Reukgras,
Heelblaadje, Goudhaver, Ringelwikke, VierzaadwikkeAkkervi
ooltje, Muizeoor, Biggekruid, Vlasbekje, Avondkoekoeksbloem
en Scl
1 40