achter een invlieggat geplaatst in de nok van de schuur
(kad;nrs.90, 100 en 136). Kast 90 en 100 hangen aan de
zelfde schuur. Normaal wordt 100 steeds door Torenvalken
betrokken doch ditmaal werd deze bezet door Steenuil zo
dat de Torenvalken naar de andere gevelkast (nr 90uit
weken (waar in 1979 de Steenuil inzat).
Vijf nestkasten kregen andere bewoners dan Torenvalken:
Kast 77 en 53Holenduif
Kast 3 en 74: Houtduif
Kast 110: Steenuil.
47 kasten bleven onbewoond of de eventuele andere bewoners
(veelal dan duiven) werden niet genoteerd: 49, 50, 5152,
60, 70, 63, 64, 73, 75, 78, 79, 65, 107, 115, 109, 120,
97, 6, 7, 8, 10, 11, 15, 21, 22, 23, 26, 27, 30, 118, 32,
33, 35, 38, 113, 110, 42, 44, 45, 46, 47, 43, 98, 1, 135,40.
Van alle nestkasten werden gegevens verkregen. In een aan
tal gevallen werden de eigenaars en/of grondgebruikers op
gebeld voor informatie aangezien ze niet door leden waren
gecontroleerd. Het ware gewenst om de streek in een aantal
gebieden op te splitsen, elk met een eigen contactpersoon.
Het kastenbestandveroudert snel en vaak gaan de afgeval
len kasten verloren door gebrek aan nazorg. Toch hoeft dit
niet want gebleken is, dat een goed vervaardigde en gecon
serveerde kast, die wordt bijgehouden, minstens 8 jaar mee
gaat. Een lichtpunt in deze is dat een paar kasten door de
eigenaars c.q. bodemgebruikers is hersteld en teruggeplaatst
(nr 19 door A.Neyt, nr 41 door J.Riemens). Hiervoor zijn
we hun bijzonder erkentelijk. Door een aantal particulie
ren zijn kasten geplaatst in boomgaarden. Dit om overlast
van Spreeuwen tegen te gaan. Gebleken is dat er Torenvalken
zijn die geregeld Spreeuwen slaan (Sponselee, 1978 en 1980
146