EXCURSIEVERSLAGEN Amerikaanse boormossel Petricola pholadiformis Het zijn langgerekte schelpen tot 7 cm lang en 3 cm breed, gapend aan de achterzijde. De schelpen zijn wit van kleur. Concentrische groeilijnen met ribben vanuit de top. Op het eerste gezicht zijn ze te verwarren met de Witte boormossel (Angel Wings) maar de kenmerken zijn duidelijk. Deze soort noemt men wel de False Angel Wings. Ze zijn langs de kust te vinden en ook in het veen langs de Schelde. Hoe men aan de Nederlandse benaming van "Amerikaanse" boormossel komt heb ik niet kunnen achter halen. Overigens leeft deze socrt ook in Midden-Amerika maar o.a. ook in de Middellandse Zee. J.J.de Vos, Marijkestraat 20, 4532 BM Terneuzen. RUSTIGE AVONDWANDELING IN SAEFTINGHE, 17-6-1982 Onder leiding van Bleijenberg vertrokken we met ons twaal ven vanaf het cafeetje van Buis in Emmahaven. We liepen de dijk op en keken neer op de oude schaapskooi. Ernaast was men al begonnen met de bouw van de nieuweEen paar mannen met trêkkers waren er druk in de weer met het in kuilen van hooi. Vier jonge honden zaten er in een ren, toekomstige herders waarschijnlijk. Op en rond de dijk zagen we: een ezeltje, Tureluurs, Bruine kiekendief, Kieviten, Kwikstaartjes en Graspiepers. Meeuwen vlogen overal. In een laaggelegen weiland met enkele waterplassen zagen we Slobeenden en Grutto's en Kluten met jongen. Een Kluut maakte zich kwaad en pro beerde ons, hoog schreeuwend, met allerlei afleidings- manouvresweg te krijgen. Aan de dijk groeiden: Kattedoorn, Zilverschoon, Paardebloem, Weegbree, Akkerdistel, KruiskruidHopklaver en Witte klaver. Een konijnehol gaf aan dat ook de konijnen niet ontbraken al zagen we ze niet Over de Dam gingen we de schorren in waar veel Zeebies, Zeeaster en Engels streepgras stond. We vonden daar ook Zeeweegbree, Spiesmelde, Zeekraal, Melkkruid en Schijn- spurrieEr stond veel Strandkweek, een soort gras dat 1 85

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1983 | | pagina 31