BOORMOSSELS
door J.J. de Vos
Enige tijd geleden werd mij verzocht eens wat te schrij
ven over boormossels, welke in deze streek voorkomen.
Er is een begrijpelijke verwarring over de benoeming;
men spreekt van Amerikaanse boormossels en denkt daarbij
aan een uitheemse soort.
Er zijn dan ook nog ruwe boormossels en ook nog de witte
boormossels. Toch hebben de boormossels dusdanige duide
lijke kenmerken, dat het op de juiste wijze benoemen hier
van niet moeilijk is.
Wat ze allemaal met elkaar gemeen hebben is, dat ze leven
in veen, hout, zelfs hard hout, waarin ze gangen boren.
Dat boren doen ze met de schelpen waarbij de groeven en
stekeltjes, welke zich op de oppervalkte bevinden, werken
als vijltjes. In losgeslagen stukken veen welke af en toe
op het strand worden aangetroffen zijn meestal boormossels
te vinden. Ook in het langs de dijk bij Ossenisse bij laag
water vrijkomende veen zijn ze te vinden evenals in het
veen in de Saeftinghe.
Hieronder geef ik een beschrijving van de drie soorten
boormossels welke hier zijn te vinden, waarbij ik overi
gens alleen de voornaamste kenmerken zal noemen.
Deze kenmerken zullen ruim voldoende zijn om ze van elkaar
te onderscheiden.
Een lengte tot 5 cm en een breedte tot 2 cm. Het zijn
ongelijkzijdige schelpen, welke aan voor- en achterzijde
gapend zijn. Op de schelpen sterke gestekelde concen
trische ribbels gekruisd door van de top uitstralende
ribben. Bij beide kleppen is de bovenrand voor en over
de top naar buiten omgeslagen. Aan de randen is de voor
ste sluitspier bevestigd. Trekt nldeze spier zich samen
dan gaat de klep openstaan.
Witte boormossel
Barnea Candida
Onder doublet met derde
schelpstukje over de omge
slagen randen
Witteboormossel (Barnea candida
Een min of meer tere, dunne en breekbare schelp.
Kleur wit (men noemt ze wel Angel Wings), of lichtgeel.
1 83