4- Bij vergelijking van de soorten in de tabel valt op dat som
mige soorten ineens veel waargenomen worden. Dit is m.n. opval
lend voor de verschillende zwaluwsoorten. Het is dan ook bekend
dat de trek van deze soorten erg pieksgewijs verloopt.
5. Het lijkt erop dat het Paapje in twee gescheiden periodes
doortrekt, named.ijk een kleinere groep in maart en de meeste
vanaf eind april tot in juni. In de onderzoeksperiode werden
in de respektievelijke periodes 7 (waarvan 4 en 32 (waar
van 1? 11ddPaapjes waargenomen. Deze indruk werd beves
tigd door de gegevens uit het archief van de Steltkluut.
Bij de gegevens uit het archief van de Steltkluut waarbij het
geslacht opgegeven werd waren 6 maart waarnemingen (4?? 2dd
en 79 mei en juni waarnemingen (52dd 27??) voorts één waar
neming op 11 april 1 den 6 waarnemingen in de periode 23
april t/m 30 april (5dd 1?). Dit brengt de geslachtsverhou
dingen in maart op één mannetje op 4?? (totaal 2dd 8??) en
later 2.4dd op 1? (totaal 5Sdd 20??). Betekent dit dat de
trek van mannetjes en vrouwtjes enigzins gescheiden verloopt?
Of misschien dat de vogels in maart nog niet in zomerkleed
zijn? Maar waarom trekken er dan in mei meer dd door?
Noteren waarnemers dan wel het geslacht van de? ma.ar niet van
zoals dit b.v. dikwijls bij Blauwe kiekendieven gebeurd?
En waarom trekken er in de eerste twee dekaden van april
geen Paapjes door?
Kortom vragen genoeg om beter op (de geslachtsverhoudingen)
van Paapjes te letten.'.'
Aanbevelingen verder onderzoek
1Er is een aanwijzing dat dd en van Paapjes enigzins ge
scheiden trekken is dit inderdaad zo en zoja wat is hiervan
de reden. Gaat dit ook op voor soorten zoals Roodborsttapuit
TapuitBonte vliegenvanger, Gekraagde en Zwarte roodstaart?
2Boor de klimatologische gunstig omstandigheden in Oost
Zeeuws-Vlaanderen worden regelmatig 's winters zomervogels
waargenomen. Het noteren en doorgeven van deze soorten is erg
aan te raden, zodat er na enige tijd een juiste indruk ont
staat van dit fenomeen.
LITERATUUR:
1. Steltkluut jg1 1 no.2 pag45/47, jg.11 no.1 pag.17/19,
jg1 2 no.2 pag.47/52.
2 8