alles speelt zich af op enkele sekonden en je doet je de
moeite niet om de kijker te nemen (met een 20 X 70 kun je
in deze omstandigheden toch niets aanvangen) want het is
louter tijdverlies. Ik ken het probleem Watersnip/Poelsnip
en ben dus alertTegen een achtergrond van grasriet en
lage bomen verlies ik hem uit het oog na een vijftigtal
'meter, maar hij is vermoedelijk "daar ergens" ingevallen.
Met het licht in de rug loop ik naar ginder. Opeens
vliegt hij terug vlak voor mij op. Hetzelfde tafereel:
geen onderzijde te zien, brede afgeronde vleugels, veel
wit op de staart, het korte lage krasje en het laag en
bedachtzaam wegvliegen zonder zigzaggen.
Over een rietkraag verlies ik hem uit het oog, ditmaal
voor goed.
Voor mij staat het buiten kijf. Dit is mijn derde Poelsnip
in deze omgeving (de twee vorige waren te zien op het
aanpalende Zwartenhoek op 22.02 en 04-12.1976). Maar pas
op want nu komt de aap uit de mouw
In 1980 publiceerde J.J.Blanker! een artikel i.v.m. de
Poelsnip in Nederland en schreef daarbij dat "Niet iedere
zwijgzaam, traag en rechtlijnig wegvliegende snip is een
Poelsnip; ook niet wanneer deze in droog terrein wordt
aangetroffen, een forse indruk maakt en witte staartzijde
vertoont". Dit zou de Watersnip niet uitsluiten.
Maar nu vraag ik U direct "zag U al eens zo'n Watersnip?"
Ik in elk geval niet,en ik heb er op meer dan 20 jaar
veldwerk al enkele duizenden gezien, neem dat maar aan van
mijNu staan in dat artikel alle zaken waar men moet op
letten mooi op een rijtje en het is werkelijk een pracht
van een beschrijving, maar men is bijna verplicht de vo
gel te vangen of te schieten wil men alles kunnen terugvin
den, Heel belangrijk vinden we de opmerking dat men moet
opletten voor "Watersnippen in slechte konditiemoeizaam
wegvliegend op een manier die een Poelsnip zou doen ver
moeden
In het artikel neemt men ook de tijdstippen waarop "Poel
snippen" worden gezien onder de loupe. Wat dat betreft
ligt er een piek in augustus en september en in april
voor de waarnemingen en een piek in september voor de
vondsten. Slechts deze laatste zouden volgens de schrij
ver het ware voorkomen van de Poelsnip in Nederland
illustreren. Daar kan ik mij niet akkoord mee verklaren,
want moesten wij ons voor het voorkomen van een soort
slechts op vondsten baseren en de waarnemingen buiten
beschouwing laten, me dunkt dat we dan nog vele witte
vlakken zouden vinden in onze vogelkennis.
Het is ook wel een beetje onlogisch dat we enkel in
augustus/september en april, Watersnippen in slechte
44