ZWARTE SPECHT
gen met naam, aantal, begin- en einddatum
mineerde soorten.
Literatuur
BJLempkeDe Nederlandse trekvlinders.
L.Higgins: Elseviers vlindergids
R.South: The Moths of the Britisch isles
Eddy Vermandei, Poorterslaan 118, 4561 ZN
door M. Buise
DE ZWARTE SPECHT (Dryocopus martius) IN DE WMZ-TERREINEN
VAN CLINGE EN SINT-JANSTEEN
De Zwarte specht is de grootste inlandse
spechtesoort. Pas in het begin van deze
eeuw vestigden ze zich in het oosten en zui
den des lands waarna zemet name sedert de
jaren vijftig flink toenamen. Ofschoon ze als
zeer schuw worden beschreven mijden ze men
selijke bewoning niet. Ze blijken zelfs heel
wat verstoring te kunnen hebben Sponselee1968
Hun grote ovale nestopeningen overwegend uitge
hakt in vaak gave beukenstammen zijn opvallend.
De roffel en de roep zijn verdragend en karakte
ristiek
Het eerste dat we van de aanwezigheid van de Zwarte
specht in ons gewest hoorden was een krachtige
roffel te Sint-Jansteen in de vroege zomer van 1972.
Sponselee schreef die zonder enige twijfel toe aan
deze soortHij kende hem zeer goed van de Veluwe
Daarna werd hij daar door meer personen gehoord of gezien:
190672 1 ex. gezien (A.de Kind), 25-30 sept1 ex.
JNagelkerke
Gedurende de wintermaanden werd niets meer van de soort
vernomen maar vanaf begin april 1 973 was er weer minstens
1 ex. (M.Buise, A.de Kind, JNagelkerke
Lange tijd merkten we niets, maar in augustus van dat jaar
vond Buise een groot ovaal nestgat in één van de oude beu
ken nabij het pompstation. Het nest was niet (meer?) be
woond, zodat over een eventueel resultaat niets bekend is.
Van de bewoners werd niets meer vernomen. Pas op 26/5
hoorden we 1 ex. nabij de Ellendijk en Hellestraat in het
uiterste westen van het gebied (M.Buise, A.de Kind). Het
duurde tot 24/11 eer er weer 1 ex. werd gezien. (A.de Kind).
De daaropvolgende winter 1974/75 waren er minstens 1 maar
waarschijnlijk 2 ex. present (o.a. op 31 ENagelkerke
Ook te Clinge werd de soort toen opgemerkt: 5/1 (E.Nagel-
4 9
van de gedeter-
I en I_
Hulst