kwamen hoe meer nesten we zagen, op den duur toen we naar boven keken zat het er vol van. Toen we na anderhalf uur de twee lanen met nesten goed geteld hadden bleek dat er 153 nesten waren. Dat was iets minder dan vorig jaar, toen waren er 176. Maar toch waren we wel tevreden met dat getal. Met het goede bericht gingen we terug naar huis. Een week later, was het hevige storm, storm Jacoba genaamd. Toen de storm na enige dagen afgelopen wasgingen we na tuurlijk eens kijken. Nou het was een triestige zaak, er waren bijna 100 jonge reigers uit hun nest gewaaid, waar van er bijna 85 dood waren. Ongeveer 15 jonge reigers leefden nog, maar'er waren er 5 bij met gebroken vleugels; die hebben we afgemaakt. De andere 10 jonge reigers namen we mee naar onze schuur in de KlapstraatDaar groeiden ze snel. In het begin moesten we de stukken vis, die we bij Dolfschoot in Axel haalden, in hun bekken steken, maar- naar een weekje konden we de vis gewoon in een platte bak gooien. De reigers bewerkten ze dan zelf wel. 2 Reigers hebben het niet gered, maar de andere 8 groeiden goed. Een kleine maand later kwam er een reporter van het dagblad de Stem, en wou een paar foto's van de reigers maken. Mijnheer Sponselee had ons gewaarschuwd voor onze ogen. Maar daar dachten we niet zo aan. De reporter ging mee de oude schuur binnen en maakte mooie foto's. Maar één van de reigers schrok van de flits van het fototoestel en vloog zijn hok uit, helemaal naar de andere kant van de schuur. We gingen er achter aan maar dat ging zo gemakkelijk niet. De reiger kroop in een hoek achter de oude windmolen. Ik ging langs de ene kant, en m'n vader langs de andere kant. Toen we bij de reiger zaten, zei m'n vader: pak hem maar, en ik pakte hem goed beet en kroop van achter de wind molen vandaan. De reporter wou er een foto van maken, maar plots deed de reiger een uitval op mijn oog. Hij raakte me in mijn linker ooghoek, ik gaf een gil en liet de reiger los. Maar mijn vader greep direct toe. Maar ook dan deed de reiger het. Mijn vader zette hem weer in zijn hok. De reigers maakten het verder goed en konden al allemaal vliegen. We zetten toen de schuurpoort open. En de reigers konden dan zelf weten wanneer ze weg gingen. En na een week waren alle reigers weg, weggevlogen, het luchtruim in. En hopelijk sloten ze zich goed aan bij de reigerkolo nie op het plaatje bij het G-root-Eiland Peter-Paul v/d Kerkhove (11 jaar), 't Zand 52a, Koewacht. 53

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1984 | | pagina 39