GOED WATER DOOR J. DE ZWART Volgens het waterschapspolitiereglement is het verboden het oppervlaktewater te verontreinigen. Regelmatig zien we in de polder boeren en loonwerkspuiters water onttrekken op punten waar een weg een watergang kruistOp deze plaats wordt ook het meestal giftige middel toegevoegd. Deze handelswijze wordt vaak aanbevolen door de fabrikant van het middel om een betere menging te verkrijgen. Dat er wel eens een ongelukje gebeurd, is op menig plekje in de polder waar te nemen. Er wordt middel gemorst, de tank loopt per ongeluk over of in het érgste geval de tank wordt gespoeld omdat deze schoon moet zijn voor ge bruik van een ander middel en voor een ander gewaszeker als dat laatste in geen geval bestand is tegen ook maar de gerings dosis van het vorige middel. De natuurbeschermingsvereniging "Het Duumpje", heeft in 1982 een inventarisatie gemaakt van alle plaatsen waar duidelijk zichtbaar was dat er slootwater getrokken werd. Het gaat hierbij om tientallen gevallen waar de vegetatie van het sloottalud geheel is afgestorven tot in het water. Welke schade deze morsingen aanbrengen in het water valt moeilijk te zeggen. Doch wanneer na enige concrete gevallen van wateront trekking door spuitmachines dode vis is gevondenin de water gang zal het niet verwonderlijk zijn dat ook veel microleven gedood of besmet zal zijn. Het ontrekken van water uit de sloten t.b.v. het spuiten in de landbouw is niet alleen schadelijk voor flora en fauna. Er zitten ook negatieve landbouwtechnische aspecten aan, welke op eenvoudige wijze zijn te voorkomen. Deze negatieve aspecten zijn: De aanwezigheid van brakwater vooral in het spuitseizoen In de meeste gebieden van Zeeland is het oppervlakte water zout, in regenrijke perioden zal daar een zoete bovenlaag 8 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1984 | | pagina 24