Mijn vrouw ging ook weieens mee op kerkuiltoch.t Waar je mee
om gaat word je door besmet, nietwaar?
We reden dan midden in de nacht de door de volle maan ver
lichtte polder in tot vlak onder de plaats waar ik een nest
wist zitten onder de rieten overkapping aan de eindgevel van
een oude boerenschuur. Geboeid zaten we dan het schouwspel
te bewonderen van het aanvliegen van de oudervogels met
voedsel naar het nest, dat ergens tussen het riet en een'
stutbalk verborgen moest zitten. Aan de verschillende gelui
den van het sissen van de jongen konden we dan ongeveer
vaststellen, hoeveel jongen er in het nest zaten.
In Westdorpe zagen we samen met de boerin daar ter plaatse
een territoriumgevecht tussen twee steenuiltjes en een
kerkuil. De steenuiltjes wonnen dit gevecht, omdat ze met
zijn tweetjes waren. Wat kunnen die kleine optatertjes te
keer gaan zeg.' Dat vond de kerkuil blijkbaar ook, want we
zagen hem meer dan een uur lang niet meer terug. Uiteinde
lijk moest hij toch terug komen, want beide uilesoorten had
den een nest met jongen in dezelfde schuur. Dat vroeg na
tuurlijk om moeilijkheden. Volgens ons is het toch goed af
gelopen, want er zijn zowel jonge steenuilen als jonge kerk
uilen uitgevlogen dat jaar.
Dat het niet altijd zo goed afloopt wanneer de kerkuil ver
jaagd wordt van zijn stekje, heb ik eens meegemaakt op een
plaats waar ze werden verjaagd door een koppeltje houtduiven.
Het kerkuilvrouwtje is namelijk altijd alleen in de nestholte
vóór het broeden. Als ze dan wordt aangevallen en verjaagd
door twee zulke sterke vogels als houtduiven, wordt het moei
lijk voor haar om zo gauw een ander plekje te vinden in het
terrotorium en zal het legsel waarschijnlijk verloren gaan.
1 1 1