8. Mededelingen.
De voorzitter maakt van de gelegenheid gebruik om een aantal
activiteiten onder de aandacht van de aanwezigen te brengen,
met name een eerstdaags te houden busexcursie en een aantal
werkweek-ends op de Hoge Platen ter hoogte van Hoofdplaat,
bedoeld om broedgelegenheid te bieden aan een dwergstern-
kolonie
9. Bestuursverkiezing.
Vastgesteld wordt dat niemand hoofdelijke stemming verlangt
voor de herverkiezing als bestuurslid van P. Maas. Dit ge
schiedt bij acclamatie.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde wat hij noemt
het belangrijkste agendapunt van de avond: de verkiezing
van een nieuwe voorzitter. Er zijn twee kandidaten: Bouke
Grootjans en Peter Maas. Op verzoek van E. Vermandei pre
senteren beiden zich aan de vergadering. Beiden benadrukken
het voorzitterschap te zien als een onderdeel van een team
verband dat het bestuursbeleid bepaalt; gelet op het feit
dat zij het langst binnen het bestuur meewerken zijn zij
bereid de taak van George Sponselee over te nemen. Het voor
nemen is niet aanwezig om het bestuursbeleid bij te stel
len
Nadat een stembureau is gevormd bestaande uit de heren H.
Casteleijns, G. Harts en M. Buise worden de leden in de ge
legenheid gesteld een stem uit te brengen. Het stembureau
deelt mede dat in totaal 33 geldige stemmen zijn uitge
bracht te weten: 14 voor B. Grootjans, 15 voor P. Maas en
4 blanco. Vastgesteld wordt dat Peter Maas de nieuwe voor
zitter is geworden van de vereniging
Op diens verzoek blijft G. Sponëelee de vergadering leiden.
Alvorens deze de gelegenheid krijgt de felicitaties van de
vergadering aan het adres van de nieuwe voorzitter en de
erkentelijkheid ten aanzien van B. Grootjans uit te spreken,
vraagt E. Borm het woord.
De heer Borm, hiertoe uitgenodigd door het bestuur, tot ver
rassing van G. Sponselee, richt zich tot deze laatste.
Gezamelijk hebben zij bijna 25 jaar samengewerkt in het be
stuur. De heer Borm haalt herinneringen op uit de afgelopen
jaren en illustreert hiermee de veelzijdige activiteiten en
capaciteiten van de scheidende voorzitter. Hij stelt dat
zonder diens inzet de Steltkluut nooit tot de huidige was
dom was gekomen.
Gelukkig, zo mag hij vaststellen, neemt George Sponselee
geen afscheid, en legt hij niet het bestuurslidmaatschap
neer. Als onderstreping van zijn woorden biedt hij de
scheidende voorzitter een porseleinen miniatuur van een
Kerkuil aan. Dit bleek niet symbolisch te zijn, want an-
77