ROOFVOGELS AAN HET GROOT EILAND
DOOR A. BOURGONJE
Roofvogels aan het "G-root Eiland" in de winter van 1 982/83
Inle iding
Om een beter inzicht te krijgen in het aantal en de soorten
roofvogels aan het Groot Eiland had de Vogelwerkgroep beslo
ten om hier een onderzoek naar te doen. De opzet van dit
projekt was om gedurende een deel van de dag via een "omsin
geling" van het "Groot Eiland" te proberen het werkelijke
aantal aanwezige roofvogels vast te stellen en indien moge
lijk de verplaatsingen binnen het gebied te volgen en op een
kaartje in te tekenen. In het ideale geval zou het dan moge
lijk zijn door combinatie van deze kaartjes per soort en het
nauwkeurig noteren van tijdstippen van de waarnemingen iedere
vogel afzonderlijk te volgen.
Als meest geschikte perioden om te inventariseren werden
eind november, half januari en eind maart genomen. Bij voor
gaande bezoeken was gebleken dat om een goed overzicht over
het hele gebied te hebben er op circa zes plaatsen zou moe
ten worden gepost
Inventarisaties
Met in totaal 11 mensen voor de 3 waarnemingsdagen werd op
21 november 1982, 6 februari 1983 en 27 maart 1983 op zes
plaatsen waargenomen gedurende zo'n 2 a 3 uur per keer.
Iedere waarnemer kreeg een aantal kaartjes van het gebied
om per soort de bewegingen van iedere waargenomen roofvo
gel te noteren met de bijbehorende tijden. Aan het eind
van de dag werden de kaartjes verzameld en verwerkt tot
een kaart per soort met alle waarnemingentijden en be
wegingen. Voorbeeld van zo'n kaart is figuur 1 voor de
Blauw kiekendief op 6 februari 1983.
Met behulp van deze kaartjes werd een schatting gemaakt
van het die dag minimumaantal aanwezige roofvogels per
soort.
In tabel 1 zijn het totaal aantal waargenomen alsmede de
minimumaantallen per soort samengevat.
Deze laatste zijn ook grafisch weergegeven in figuur 2.
Uitwerking
Allereerst moet gezegd worden dat het doel om alle in het
gebied aanwezige roofvogels precies te volgen gedurende de
middag waarop werd waargenomen, niet werd gehaald.
Niet alle waarnemers hebben altijd duidelijk genoeg de be
wegingen van de vogels genoteerd bovendien blijkt het bij
103