BLAUWE KIEKENDIEF 06-02-83 Fig. 1 1. 1455-1615 2. 9 1523 slaat prooi en plukt 3. 1534 49 1636 X in zit vliegt een soort waarvan erg veel waarnemingen op een middag wer den gedaan (bijv. Bruine kiekendief 27-3-83 figuur 3) heel moeilijk te zijn om de diverse vogels uit elkaar te houden. Hoewel deze manier van waarnemen een beter beeld van het totaal aanwezige aantal vogels per soort geeft dan wanneer een waarnemer op één of meerdere plaatsen enige tijd waarneemt is het gebruikte systeem niet perfekt Dubbelwaarnemingen zijn niet uit te sluiten. Heeft een vo gel echter een opvallend kenmerk, dan blijkt deze goed te kunnen worden gevolgd. Een goed voorbeeld is een nog jonge Bruine kiekendief die op een voor deze soort in Zeeuws- Vlaanderen zeer late datum 23-11-81 nog aanwezig was. Deze vogtel was opvallend donker en had een zeer gaaf veren kleed. Dit was bijna alle waarnemers opgevallen en zodoende kon vrijwel precies het gedrag van deze vogel gedurende de middag gevolgd worden (figuur 4). Met bovenstaande beperkingen in gedachte valt het toch op dat het "Groot Eiland" voor meerdere soorten roofvogels 's winters een belangrijk gebied is in Oost Zeeuws-Vlaande- ren LUNTERSH' POLDER .VIJFHOEK 'laatje HAVIK .uwer EILAND >05

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1985 | | pagina 43